Men in Black


Air Caïro bracht ons twee weken geleden ver weg van een herfstig Nederland. Een droomvlucht naar fata morgana Egypte, maar gelukkig zonder vastlopende tandwielen en slecht geteste karretjes. We vlogen ver weg van transferperikelen, Edgar Davids’ beenbreuk, de 4-4-2 van Ajax en ander repeterend leed. Weinig voetbal miljoenendeals in die Arabische buurten, maar schoonmakers die moeten rondkomen van 10 Euro in de maand. Die uit nederige dankbaarheid voor het fooitje, wat je als rijke Europeaan elke morgen op je ruime kamer voor ze achterlaat, je dekens en handdoeken in prachtige zwanen en harten vouwen. Na vier weken dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang te ploeteren voor die paar rotcenten, stond er eentje met zijn buideltje munten aan onze deur om ze misschien in te mogen wisselen voor Euro biljetten, voordat hij naar vrouw en legio kinderen in Caïro zou vertrekken. Mijn laatste kans om het meer dan verdiende bedrag ruim naar boven af te kunnen ronden.
“Thank you, sir. Please don’t forget me, Ahmed”, fluisterde hij voorzichtig en ik moest spontaan aan de zeventien miljoen voor Ryan Babel denken. “Gekke, oneerlijke wereld”, mompelde ik.Ik heb onder de weldadig brandende zon nog vaak aan die andere Ahmed, namelijk Hussein Abdelamid Hossam, kortweg Mido gedacht. Ook omdat hij totaal niet aan het beeld voldoet wat ik van de gemiddelde Egyptenaar kreeg: warm, gastvrij en aanstekelijk vriendelijk. Het beeld van de ex-Ajacied heb ik natuurlijk ook maar gevormd met behulp van de media: emotioneel, opvliegend en een groot eergevoel. “Type Ten Cate”, hoor ik je denken. Ik ben Mido inmiddels een beetje uit het oog verloren en moest aan het zwembad aan de jonge, aardige Ajacied Niels uit Purmerend vragen waar de onberekenbare voetballer tegenwoordig zijn kunsten vertoont. Ik gokte Tottenham, maar hij dacht Birmingham, hoewel Mido nog gewoon op de website van The Spurs voorkomt. De vraag is voor hoe lang. Voortdurend opgejaagd door zijn eigen temperament en destijds uit Amsterdam verdreven door Ronald Koeman. Ik las een tijdje geleden dat Mido graag zijn tijd bij Ajax nog eens over zou willen doen, verstandiger en meer volwassen als hij inmiddels is geworden.

Zaterdag tegen Arsenal zag ik de open plek op links en droomde daar voor heel even die gebruinde Afrikaan. Ouder, wijzer, in het veld onberekenbaar en bij vlagen even briljant als toen. Toen ik weer opkeek stond daar daverende Deen Dennis Rommedahl en ik moet zeggen dat ik slechtere spelers op die plek heb gezien. Nadat de ijverige draver een lange bal op borsthoogte direct verlengde tot strakke pass op zichzelf, wist ik het zeker: we hebben een nieuwe linksbuiten! Laat hem vanaf nu daarom onophoudelijk trainen op een strakke voorzet met links. Op rechts is Ajax dit seizoen namelijk creatief met Turk en zal er voor de Deen op die plek waarschijnlijk weinig speeltijd in zitten. Van de eerste minuten 4-4-2 kreeg ik alweer rode vlekken in mijn nek, al kan dat ook van de oorverdovende klapfolders van Amsterdam Tournament sponsor LG zijn geweest. Laten we hopen dat De Bank die troep niet over gaat nemen, want je strompelt na de wedstrijd met bloedend trommelvlies de ArenA uit. Wat ze in Alkmaar allemaal verzinnen moeten we in Mokum vooral niet na willen doen. Behalve swingend en aanvallend voetbal met zorgvuldig ingeslepen automatismen natuurlijk. Maar dat was tien dagen vóór de Champions League kwalificatie-wedstrijden nog iets teveel gevraagd. Er is eerst getraind op hardheid en dat zal ook best van pas komen tegen Slavia Praag.

Over Klaas Jan Huntelaar maak ik me al voorzichtig zorgen, want hij deed tegen Arsenal het meeste niet goed, of eigenlijk gewoon fout. Dat begon al in de kleedkamer met het omdoen van de aanvoerdersband, want die hoort toch echt om je linkerarm, Klaas. Aan je rechterarm wordt het een rouwband en toen ik op de grote videoschermen een ernstige doodgraver in stemmig zwart zag, dacht ik even dat die zaterdag dan eindelijk plechtig ons kostbare 4-3-3 ten grave gedragen zou worden. Maar het bleek Jaap Stam te zijn. Het officiële Ajaxkostuum is dit jaar namelijk helemaal zwart. Broek, jasje, stropdas, sokken en schoenen hebben, zover ik kan zien, de kleur van het geld, wat de Russische maffia in Sharm El Sheikh massaal witwast. Prachtig zwarte maatpakken dus voor de Ajacieden, hoewel ik liever heb dat ze in ons dierbaar rood en wit indruk maken.

Maar als vanaf zaterdag, tijdens de Johan Cruijff Schaal tegen PSV, de ballen bij Huntelaar niet meer van de voet springen; als Sneijder weer eens onderstreept voor dit Ajax onmisbaar te zijn; Stekelenburg opnieuw aantoont een waardig opvolger voor Edwin van der Sar te worden; Thomas Vermaelen verder gaat zich te ontwikkelen tot een onhoudbare wereldtopper; de heldhaftige afscheidstournee van Stam begint; het gescheurde scheenbeen van Davids nóg sneller geneest dan wij allemaal hopen; als Gabri en Ten Cate eerst denken voordat ze doen en de jonkies goed kijken naar de vedettes, zodat ze het volgend jaar gedeeltelijk kunnen overnemen, dan wordt het zeker geen zwart seizoen. Dan wordt het oogverblindend mooi Amsterdams rood-wit. En staat er volgend jaar rond deze tijd eindelijk een terechte derde ster op het hopelijk allerlaatste Ajaxshirt van Adidas. Ik kan niet wáchten.

Ron Schiltmans