Ajax in blijde verwachting


Het leek net of ik meer dan anderhalve week jarig was. Van alle kanten werd ik meermalen per dag gefeliciteerd. Vriendelijke PSV-ers en dito Feyenoorders die lachend met uitgestoken hand op me afkwamen. Ze kennen mijn voorkeur, dus ze wisten dat mijn wens meer dan in vervulling ging. Én dat mijn voorspelling uitkwam. Marco van Basten naar Ajax! Eigenlijk kon je er maar één ding op zeggen: Da’s logisch. Je kon er op wachten. Wie de historie van Ajax een beetje kent, weet dat er maar een paar Ajacieden zijn die boven de wet staan. Die alleen al met hun naam deuren en slagbomen doen open gaan. Marco van Basten is er één van. Johan Cruijff natuurlijk de andere. Dat ze zich allebei met Ajax zouden gaan “bemoeien” kon de rechtgeaarde fan alleen maar deugd doen. Diverse gevestigde namen hadden er de afgelopen tien jaar wat van proberen te maken in Amsterdam, maar de swingende wedstrijden waren op één hand te tellen. Vooral de zelfverzekerdheid van Johan Cruijff “het zeker op te lossen”, schiep blijde verwachtingen. Barcelona leverde het immers een Europacup op.

Van Basten had vier jaar lang vanaf de perstribune precies gezien wat er mis was met Ajax en zou vanaf juli alles anders doen. Wat nou “weinig ervaring”? Is ervaring een garantie voor succes dan? Het beste voorbeeld was volgens mij Louis van Gaal. Ervaring betekent ook dat je weet dat je op sommige momenten beter even je mening níet moet geven en dat had Van Gaal eindelijk geleerd. Ik heb het nooit begrepen dat een ex-bondscoach, die zich met een uitstekende selectie niet kwalificeerde voor een WK, ongegeneerd commentaar kwam leveren op Oranje. Tenenkrommend vond ik die “schoolbordjournalistiek” bij SBS6. Schandalig was het. Louis had dat eindelijk zelf ook ingezien en stopte. Bovendien had hij zo ongeveer als enige BN-er zijn mening over Ajax nog níet gegeven. Hulde! Louis heeft even geen recht van spreken en weet dat zelf. Ook een goede ruiter kan en mag, terwijl hij zelf aan een dood paard genaamd AZ trekt, andere ruiters niet in de bek kijken. Aan één Van Hanegem hebben we meer dan genoeg.

Prachtig dat vrijwel alleen niet-Ajacieden probeerden om ons Ajaxfans twijfel aan te praten. Alsof dat überhaupt kon. Het was vooral in die kringen dat de termen Verlosser en Godenzoon cynisch gebruikt werden en van mij mochten ze. Wij wisten wel beter. Cruijff en Van Basten hebben Ajax mooie cups bezorgd, waardoor de hele voetbalwereld respectvol zwijgt, als ze het woord nemen. Respect, dat werd afgedwongen met sprankelend, avontuurlijk voetbal. Van de Europacup van 1988 kan ik me alleen nog het rollertje van Edward Linskens in Madrid herinneren. Alleen in eigen land stuitten Cruijff en Van Basten op de meeste kritiek. Er werd schande gesproken over de manier waarop Mark van Bommel bij Oranje buiten de boot viel. Maar meneer Van Bommel had het afgelopen weekend nog eens bewezen dat er een steekje los zit bij hem. Zo’n rotte appel kunnen we er op een eindtoernooi niet bij hebben. Ik heb hem bij Oranje in ieder geval nog niet gemist. Je kon er op wachten dat hij ooit met de bondscoach zou botsen.

De eerste signalen dat de beste Ajacieden uit de geschiedenis van de club, zich gelukkig van niets en niemand iets aantrokken, bleek al snel. Het Rapport was na een week al redelijk oud papier en ik vond het wel geinig dat Van Basten complimenten over had voor Van Geel en Fontein. Van mij hoeven die twee niet te blijven, maar dat er door de houding van Van Basten alweer diverse stropdassen op kantoor zenuwachtig werden was op zich al lachen. Iedereen die een beetje ter discussie stond, met Jaakke voorop, wilde iets te graag de eerste steen naar Maarten Fontein werpen. Blij dat de aandacht niet op hemzelf gericht was. Met één opmerking had Van Basten aan die steniging een einde gemaakt. Prachtig! Het voelde in ieder geval alvast heel goed. En dat gevoel was heel erg lang weggeweest. Alles wat Ajax ademde was zwanger van hoop op betere tijden. Ergens begin juli zouden we zijn uitgeteld, maar het beviel nu al. Het leek allemaal te mooi om waar te zijn. En dat was het dus ook.

Want toen kwam dinsdag. Het bericht sloeg in als een bom. Alle euforie werd in één klap weggeblazen. De blijde verwachting werd een onverwachte miskraam. De Beurs stokte. Black Tuesday. Cruijff en Van Basten vroegen zich hardop af of ze nog wel naar Ajax moesten komen. Was alles nu bij voorbaat niet al volslagen zinloos? Dezelfde mensen die mij de laatste dagen hadden gefeliciteerd, kwamen bezorgd vragen hoe het met me ging. Een warme hand op mijn schouder, een goed gesprek, begrijpende blikken. Werk werd me uit handen genomen. Dit kwam keihard aan in de Ajaxwereld. Volslagen onverwacht kwam het nieuws en dat maakte het ook zo moeilijk te accepteren. Dinsdag 26 februari 2008 zullen we nooit meer kunnen vergeten. De dag dat alles anders werd. De dag dat bekend werd dat Urzaiz stopt met voetballen.

Ron Schiltmans