Onvoorstelbaar voorspelbaar

Ajaxtrainer Frank de Boer heeft zijn spits Mounir El Hamdaoui weer eens in genade aangenomen, na een ‘inhoudelijk goed gesprek’ op maandag. Dat klinkt erg voorzichtig. Volgens een opgeluchte De Boer heeft Mounir speciale kwaliteiten en ik denk dat dat klopt. El Hamdaoui kan als geen ander het bloed onder je nagels vandaan halen. Ook wordt hij alom geroemd vanwege zijn gave om trainers en medespelers tegen zich in het harnas te jagen. In het doen alsof de voetbalwereld om hém alleen draait, is hij zelfs geniaal. Hij kan dus inderdaad wel wat. Het gesprek van maandag was er niet eentje onder vier ogen. Niet samen zittend op een bal, in het zonnetje op de middenstip van de Amsterdam ArenA. Beetje ouwehoeren, wat dollen, beetje plagen en veel lachen. Om vervolgens met latje-trappen de problemen speels te vergeten. Niks daarvan.

Beide kampen hadden zware delegaties afgevaardigd om serieus in conclaaf te gaan. Raadsmannen over en weer. Alsof Nederland schoorvoetend maar vastberaden zijn helikopter in Libië terug ging vragen, zó zwaar ongeveer. Er zal wantrouwend genotuleerd zijn, vrees ik. Om latere misverstanden te voorkomen. Toch had Mounir aan Frank al eerder duidelijk gemaakt, geen speciale behandeling nodig te hebben. In mijn fantasie hield hij De Boer daarbij een uur lang onder de koude waterkraan. Lachend. Het viel allemaal wel mee met Mounir, zo vond hij zelf. Een gouwe gozer is het. Je moest het alleen willen zien. En Frank zag het nu ook. Verfrissend gesprekje.

Omdat Mounir verantwoordelijk was voor het mooiste Ajaxdoelpunt van dit seizoen, een keiharde volley met binnenkant voet, ben je geneigd om hem een zoveelste nieuwe kans te gunnen. Hoewel ik hem vorige week nog het liefst zover mogelijk van Ajax vandaan wenste. Maar als onze bloedeigen trainer het nog een keer met hem wil proberen, wie zijn wij dan om hem een enkele reis Casablanca toe te wensen? Als het dan tóch moet, willen wij hem dit seizoen ook nog wel een paar keer in zijn gezicht zien wrijven, na een nieuw weergaloos doelpunt. Maar met wederzijds goedvinden wordt het een open sollicitatie naar een zwervende spitspositie bij een mooie buitenlandse club. Mounir El Hamdaoui gaat bij Ajax geen clubrecords verbreken, dat moge duidelijk zijn. In de zomer nemen we afscheid van elkaar, met de belofte contact te zullen houden. Daarna horen we nooit meer iets van hem.

Ondertussen hebben we het seizoen 2010-2011 alweer traditioneel en dus voorspelbaar om zeep geholpen. In Moskou zouden we net zo dominant voetballen als de week daarvoor in Amsterdam en deze keer de legio kansen wél benutten. Zo was ons vooraf beloofd. Dan zou het zeker goed komen en in stilte hoorde ik de Ajacieden er achteraan denken ‘en dat vinden ze bij Spartak ook’. We moesten alleen nog even die 90 minuten volmaken en vervolgens op naar de loting. Maar Europese topclubs kunnen je in een thuisduel de illusie geven dat je heer en meester bent. Italianen kunnen dat en Russen dus ook. Als je vervolgens bij ze op bezoek gaat, blijken ze ineens wél effectief en hebben ze je in je thuiswedstrijd in de waan gelaten dat er wat te halen valt. Ajax trapt daar telkens weer aandoenlijk in. Als er een Europese Naïviteitswisselbeker bestond, mochten wij hem allang houden.

Ook nationaal zijn we weer met de neus op de feiten gedrukt. Het is de tijd van het jaar. Al na het voorlaatste puntverlies om half één, kon je op de wedstrijdkalender de volgende keer aanstrepen. Zondag 20 maart, 12:30 uur ADO – Ajax. Opnieuw een wedstrijd na een Europese worsteling, op een tijd dat je als speler je pasta nog op boert, tegen een tegenstander die er flink in kleunt. Uitwedstrijden op de vroege zondagmiddag, in Heerenveen, Breda, op Spangen of in Kerkrade, je hoeft er geen voorspellende gave voor te hebben. Al jaren gaan na die wedstrijden de kampioensaspiraties weer voor een jaar de ijskast in en vragen we ons weer af waar het toch aan ligt. Om de één of andere reden denken we nog steeds dat we het in die wedstrijden afkunnen op techniek. Dat we tactisch de meerdere zijn. Halve balaannames, uiterst lief de duels aangaan. Het komt wel goed.

Maar dat komt het dus dit seizoen niet meer. Toch wordt er door een enkele Ajacied nog stiekem naar de ranglijst gekeken. Uitgerekend Gregory van der Wiel ziet nog kansen. Onze rechtsback, die op de vroege ochtend in de bus tussen Amsterdam en Den Haag vijf keer wegdoezelt, geeft de hoop nog niet op. Het is zo aandoenlijk. Maar het is vooral een totale minachting van de trouwe supportersschare. Persvoorlichter Brinkhuis: ‘Greg, NUsport wil een interview en het is jouw beurt. Geen gekke dingen roepen hè, je bent Vertonghen niet. Doe maar de gebruikelijke bla bla en dat we het nog niet opgeven en zo. Hier heb je een lijstje met dingen die het altijd goed doen bij onze fans. Dat je zo graag nog een keer kampioen wilt worden met Ajax, zoals je dat in de jeugd ook elk jaar fluitend werd. En dat je nooit midden in het seizoen weg zou gaan. Vertel maar niet dat je ooit je carrière bij Ajax af wilt sluiten, want dat gelooft inmiddels niemand meer. Denk je er deze keer wél aan je koptelefoon af te zetten? Cool Greg!’ Zo zal het ongeveer gegaan zijn.

Ik kan daarom niet wachten tot de bezem er eindelijk keihard doorheen gaat. Het seizoen 2010-2011 zitten we nog knarsetandend uit. Nog even pijn lijden. We hopen nog op wat laatste juweeltjes van El Hamdaoui, maar het is niet geheel uitgesloten dat dat er niet meer van komt. We hebben namelijk niet zo’n goede ervaring met verstandshuwelijken. Maar vanaf juli komt de harde hand van Dirk de Groot en Wim Jonk, de passie van Dennis Bergkamp en de dodelijke frons van Frank de Boer, die dan zijn eigen selectie samen gaat stellen. Graag binnenkort weer uitwedstrijden tegen Excelsior, Den Haag, NAC en NEC, waar we aan ons doelsaldo werken, zoals we dat ooit deden. Dat we die hoempapa-muziek in Kerkrade al vóór zondagmiddag 12:45 uur stil hebben. Ik zoek zoiets simpels als creatieve vleugelspitsen die de achterlijn halen, om vervolgens moeilijk te verdedigen voorzetten op maat af te geven. Ik ben op zoek naar een pass met het buitenkantje, in de loop en op de goede voet. En naar mentaliteit. Basisdingetjes nog steeds. Onvoorstelbaar eigenlijk.

Ron Schiltmans