Cruijff is gestoord Ron Schiltmans / 20 april 2011 Er lopen helaas nogal wat vreemde vogels rond in de voetballerij. Bestuurders met een groot ego. Zakenmannetjes, die het snelle geld denken te zien. Makelaars, die altijd zogenaamd in het belang van een speler menen te handelen. Ze helpen een jong talent liefdevol naar de reservebank van een mooie Europese topclub en beloven regelmatig te zullen bellen. Later in het seizoen komt zo’n speler dan glorieus afscheid nemen van zijn oude club. Zijn zaakwaarnemer trots op de tribune. Ik verwacht alleen dat Emanuelson’s zaakwaarnemer aanstaande zondag wat anders in zijn agenda heeft staan, als Urbi zijn ererondje door de ArenA loopt. Er is namelijk niet veel om trots op te zijn. Hij vertrok in de winter met mooie dromen naar Milaan en kwam er al tot vier duels. Urbi zal Seedorfiaanse verwachtingen bij de naam AC Milan hebben gehad. Wie niet, op zijn leeftijd? Bovendien liep hij al eeuwen rond bij Ajax, waar hij echter zelden of nooit vijf wedstrijden achter elkaar een voldoende haalde. Emanuelson staat in mijn ogen model voor het type talent dat onze club al jaren voortbrengt. Technisch redelijk tot goed, tactisch onderontwikkeld en een instelling annex uitstraling alsof er onlangs drie Europacups op rij gewonnen werden. In pittige uitwedstrijden daarom vaak niet of te laat bij de les en dus ‘lopen we al jaren achter de feiten aan’. We werden en worden er krankjorum van. Gregory van der Wiel heeft inmiddels die rol van Emanuelson glansrijk overgenomen. Speelde de eerste helft in Nijmegen om uitslag van te krijgen en had pas ná de thee in de gaten, dat ook een Ajaxtenue best vuil mag worden. Maar ondertussen roept Greg dat hij toe is aan een nieuwe uitdaging: dat wordt trainen en bankzitten bij Bayern. Daar trekken ze zich inmiddels de haren uit het Duitse hoofd, omdat ze Jupp Heynckes voor volgend seizoen al als hoofdcoach hebben vastgelegd. En dat terwijl ze die topcoach allang in de eigen gelederen hadden. Hij liep volgens menig columnist meestal anoniem, met een parasol in de hand, naast Louis van Gaal. Niemand wist wie hij was. Blijkt het een trainer te zijn die ontzettend mooi en bijna foutloos Duits spreekt, met een heerlijk Amsterdams accent. Genieten. Ze hebben hem na het ontslag van Van Gaal interim hoofdcoach gemaakt, omdat verder niemand durfde. Maar niemand spreekt in Nederland zijn naam nog uit, zonder daarbij minimaal te glimlachen. Daarom hou ik van Andries Jonker. Omdat iedereen tegen hem is en hij zelf ook niet weet waarom. Ik gun die man zijn 5-1 tegen Leverkusen. Prachtig. Laat ze maar lachen allemaal. Met Johan Cruijff lijkt het dezelfde kant op te gaan. Er wordt steeds meer een beetje lacherig over Cruijff gedaan. ‘Waarom horen we al weken niks meer van hem? Eerst de boel opblazen en vervolgens schouderophalend naar Barcelona vertrekken. Waar is hij nu dan?’ Zonder de voetballer Cruijff was ik geografisch gezien nu misschien wel PSV-fan geweest. Had ik dus een saai rotleven gehad. Waren de mislukte voorzetten van Manolev de hoogtepunten van mijn weekend geweest. Maar gelukkig was daar dus net op tijd Johan Cruijff. Zette Ajax op de wereldkaart en zou daarom voor de rest van zijn leven op een zetel door de ArenA gedragen moeten worden. Met bijvoorbeeld een algemeen directeur, die het hem zo goed mogelijk naar de zin zou willen te maken. Gedienstig? Nee, respectvol. Als een Nederlandse Laporta. In het belang van Ajax. Maar niet in dit land. Nederlanders willen geen helden. Óf we jagen ze het land uit, óf we doen er een beetje lacherig over. Of allebei. Als geen ander constateert Cruijff al jaren de middelmaat bij Ajax. Ziet hij tandenknarsend hoe we ons af laten bluffen in Den Haag, Utrecht, Nijmegen en volgende week in Heerenveen. Hij kon gelukkig niet langer lijdzaam toezien en deed inmiddels al meer dan ik ooit had durven hopen. Hij kwam naar Ajax en vertelde enthousiast over zijn plannen hoe de Ajax-jeugd technisch, tactisch en mentaal klaar te willen stomen voor de toekomst. Als snel verzamelde zich een groep echte Ajacieden om hem heen. Mensen die wél begrepen wat hij bedoelde. Die het vooral ook wílden begrijpen. Omdat het Cruijff was die het zei. Zonder PR-bureau ook. Maar denk nou niet dat Bergkamp, Jonk, Van Duivenbode, Molenaar, Schoenaker, Ling en al die anderen, waarvan we de naam nog niet weten, brave ja-knikkers zijn, zonder eigen mening. Er is een technisch plan, dat in een Powerpoint-presentatie misschien wat warrig en karig overkomt, maar dat krijg je als je praktijkjongens vraagt om hun ideeën op papier te zetten. Het liefst zouden ze het meteen op De Toekomst allemaal voor willen doen. Dikke rapporten verdwijnen meestal ongelezen in een la. Misschien om die reden vonden bepaalde maatpakken bij Ajax het nodig om dwars te gaan liggen. Cruijff is bewust gestoord in zijn plannen. Moedwillig opgehouden. Men vindt eigenlijk dat hij niet helemaal spoort. Het grote huilen in de burelen van Ajax is tot ver buiten de stadsgrenzen te horen. Het einde van hun beschermde Ajaxleventje is dan ook in zicht. Luchtfietsers vallen (inmiddels) vanzelf door de mand. Van iedereen binnen Ajax wordt binnenkort weer voetbalkennis verwacht. Cruijff heeft teveel fatsoen om de blaffende honden tegen te spreken. Hij wacht in Barcelona rustig af, tot de laatste via wat praatprogramma’s jankend is vertrokken, om vervolgens zijn plannen op Ajax los te laten. Ondertussen gunt hij Frank de Boer en zijn mannen de rust, om de competitie tot een acceptabel einde te brengen. Daarna gaat iedereen, die het oprecht en zonder eigenbelang goed met Ajax voor heeft, aan de slag. Vanwege de ongepast hautaine houding van de laatste tien jaar, zijn we de meest gehate club van Nederland. Cruijff wil dat graag met superieur en aantrekkelijk voetbal veranderen. Pas als het hém en zijn getrouwen niet lukt, is de club in het meest gunstige geval gedoemd tot de eeuwige grauwe middelmaat. Maar in werkelijkheid voetbaltechnisch en tactisch gewoon ten dode opgeschreven. Ron Schiltmans