Ik had het óók, afgelopen zondag namiddag. Als je in een Europese uitwedstrijd kunt winnen van Fiorentina, dan ga je er thuis tegen Volendam even goed voor zitten. Beetje het doelsaldo oppoetsen, leuke hakjes, slimme overstapjes, mooie driehoekjes. Beetje reclame maken voor het voetbal dus. En proberen het publiek wat terug te geven, na die desastreuze weken. Met in het achterhoofd de wetenschap dat een 5-0 ook in Florence zenuwachtig ontvangen zou worden. Maar het gebeurde niet. Als ik die keeper van de Volendammers zie, moet ik om de één of andere reden altijd aan een Duitse slager denken. Zo eentje die je in een witte jas vol bloedspatten vriendelijk vraagt, of het een onsje meer mag zijn. Eentje die na sluitingstijd iets teveel van de eigen bratwurst snoept. Jakob Kreuzfeld, Meisterfleischer aus Hiddenhausen, zo’n type. Maar deze iets te zware doelman blijkt in de praktijk niemand minder dan de nieuwe Piet Schrijvers te zijn. Houdt de meest onmogelijke ballen tegen en had dus gewoon een punt verdiend voor zijn ploeg.
De voorbereiding op het seizoen 2009/2010 is in volle gang. Al sinds juli vorig jaar. Door blessures, schorsingen en merkwaardige opstellingen ontbreken ook maar de kleinst mogelijke automatismen. Als Sören Lerby vroeger aan de gulden Middenweg de bal had, kon je er op wachten dat linksback Peter Boeve vrijwel gelijktijdig buitenom kwam. Er volgde niet altijd een pass, maar het was een vastigheid die zo vanzelfsprekend was als het aanbreken van de lente. Tegenwoordig weet je alleen zeker dat een corner op Anita’s navelhoogte de zestien in komt, of twee weken later ergens in de buurt van de andere cornervlag teruggevonden wordt. We wachten steeds ongeduldiger op iets van zichtbare vooruitgang. Op regelmatige overwinningen.
Wat had ik zondagavond graag de legendarische woorden herhaald, die de vrouw van Piet Schrijvers in zijn PEC Zwolle tijd regelmatig sprak, als je vroeg of haar man even aan de telefoon wilde komen: Het Lek is boven. Maar niks van dat alles. Eén van de meest vervelende bijverschijnselen van onze wanprestaties vind ik nog, dat je in de rust en na de wedstrijd aan de beurt bent bij Humberto Tan en Jan van Halst. Die kale bedoening op Eredivisie Live die ons glimmend vertelt hoe slecht Ajax wel niet is. Alsof we dat zelf niet ook al een tijdje in de gaten hebben. Ik wacht al weken op het moment dat René van der Gijp op maandagavond huilend bij Wilfred Genee in de armen valt, zodra het over Ajax gaat. Dat grijze hoofd wordt op RTL7 elke week een beetje roder. Wat een pijnlijk amateurtoneel.
Onze club ligt 24 uur per dag, zeven dagen in de week onder een vergrootglas en iedereen mag er zo vaak op schieten als hij wil. Omdat we nou eenmaal dat rijke verleden hebben, wordt het heden er vaak mee vergeleken en zijn we dus vaak de klos, zeker bij aanhangers van andere clubs. Volgens sommigen mag je die vergelijking niet meer maken en gaat menig Ajacied daardoor met zandzakken op zijn schouders het veld in. Maar als je ooit regelmatig een warm, vers croissantje met échte boter hebt geproefd, valt het daarna niet mee om jarenlang op een droog beschuitje te kauwen. Dan wil je tegen Volendam eigenlijk wel weer eens haute cuisine. Een 5-gangen menu in een tent die eindelijk weer top is. De ingrediënten zijn, zeker voor Nederlandse maatstaven, ruimschoots aanwezig.
Maar we leren met zijn allen dagelijks bij. Van Basten leert (de tekortkomingen van) zijn spelers steeds beter kennen en de spelers hun soms onberekenbare coach. Die er onterecht van beticht wordt niet warm te zijn, maar het was Kennedy zelf die inhield, op weg naar de armen van de breeduit lachende Van Basten. Wij weten inmiddels al enige tijd dat we ook in zware tijden achter de ploeg moeten staan en nóg meer geduld moeten hebben. Ondanks alles. Tegen de gure wind in. Voorlopig heeft alleen Zuid dat écht begrepen. Maar als we willen weten hoe we met onze coach en club om moeten gaan, laten we dan niet het trainingsveld bestormen, maar bijvoorbeeld eens naar de Italianen kijken. Applaus bij de persconferentie en een erehaag voor onze spelers na een Italiaanse overwinning op Fiorentina!
Donderdagavond zal moeten blijken of al die eer louter op basis van het verleden was of dat men in den vreemde ons beter op waarde weet te schatten, dan wij zelf kunnen of willen. Misschien is dat droge beschuitje in werkelijkheid namelijk al minimaal een knapperige volkoren Buitoni Melba toast en hadden we achteraf alleen even een paar Italianen nodig om het te leren waarderen.
Ron Schiltmans