Met loeiende sirenes werd ik het AMC binnengereden. In een stadion in Breda was ik die middag onderuit gegaan. Donker voor de ogen. Zomaar, alsof iemand een zwarte voetbalkous met rode rand over mijn hoofd had getrokken. Gelukkig wist ik mij in het AMC in goede handen. Speciaal voor rood-witte hartproblemen had men de activiteiten in de linker- en rechtervleugel stopgezet, om zich meer te concentreren in het centrale gebouw. Om mij niet te zeer te vermoeien, werd ik in een kunstmatige coma gehouden.
Het medisch team was niet zeer ervaren, maar eigenwijs en wist dat het moest wachten op een nieuwe, maar zeer getalenteerde hoofdchirurg, die echter tot uiterlijk 9 juli 2006 aan het OMC in Zeist was verbonden. Mijn kunstmatige coma was wel aan het Hoofd Anesthesie toevertrouwd. Hij had in het geheim getest met een omstreden middel, met de vreemde naam 4-4-2 en had daar naar eigen zeggen al enige succesjes mee geboekt. Als ik maar enigszins onrustig werd, kreeg ik een shot en ik moet zeggen dat ik er heerlijk op sliep. Ik ging er alleen zo raar van dromen.
Ik zag al soezend een vreemde Europese competitie, met clubs als Euro Madrid, Milan Exchange, Adidas München en een club met de merkwaardige naam Eintracht Amsterdam. Het tenue van die club kwam me wel bekend voor, maar spelers als Thomás Laufpensum, Hatem Aussenbahn en Markus Treffsicher deden mij toch weer twijfelen. Slechts bij balbezit van Wesley von Dreh bis Angelpunkt zag de trouwe assistent Ruud een verhoogde hartslag op de monitor. Gelukkig maakte hij mij tijdens zijn nachtdiensten soms wakker en gaf me wat oude medicijnen uit de beginjaren ‘70. Dan weer een tabletje wat van ‘91 tot ‘95 uitstekend had gewerkt, maar jaren later in het OMC te Zeist averechts bleek te werken. Tussendoor had het in Spanje niet altijd aangeslagen. Lichte hartkloppingen kreeg ik van de cocktail uit het flesje met label “80-87”, maar dat vond ik heerlijke opwinding. Assistent Ruud zei dat het drankje in 1983 en 84 succesvol was uitgeleend aan een in verval geraakte, Rotterdamse kliniek, maar dat het gerijpt teruggestuurd werd in 1985.
Eigenlijk konden mij die nachten niet lang genoeg duren, maar op een avond kwam het Hoofd Anesthesie Blind van woede binnenstormen. Assistent Ruud mocht inrukken en kon een verdere carrière wel vergeten. Wat dacht hij wel !? Ik werd binnen een week uit het AMC ontslagen, want ik lag inmiddels toch wel behoorlijk in de weg. Gelukkig had ik genoeg oude medicijnen in mijn zakken kunnen proppen, voordat ik via de achterdeur de Toekomst werd ingetrapt. Zo zou ik de tijd tot 10 juli 2006 wel uit kunnen zingen. Een half jaar moest genoeg zijn voor een medische commissie, onder leiding van supervisor Johan, om het AMC eens grondig door te lichten en een nieuw team op de hartchirurgie te installeren. Een team dat geleid zou moeten worden door een jong, maar buitengewoon begaafd chirurg genaamd Marco van B., met zijn vaste assistenten John van ‘t S., Rob W. en Stanley M. Assistent Ruud zou meteen in ere hersteld worden.
En wat gebeurde er met Hoofd Anesthesie Danny B.? Die werd eervol teruggeplaatst naar zijn oude plek op de kinderafdeling, waar hij op ooghoogte met getalenteerde jeugd mocht gaan praten over het belang van gezonde voeding.
Ron Schiltmans