Back to the future


We glijden door een zonovergoten, groen en glooiend landschap richting Berlijn. De comfortabele IC brengt ons in 5 uurtjes van Deventer naar de Duitse hoofdstad en we rijden met de rug in de rijrichting. Voor mij is dat symboliek voor de aantrekkingskracht van deze metropool: Je kunt er weggaan, maar vroeg of laat wordt je vanzelf weer teruggezogen. Voor mij is Berlijn een tweede thuis en ben ik na 50 bezoekjes gestopt met tellen, maar telkens begint het vanaf Hannover alweer te kriebelen. Berlin ist (mehr wie) eine Reise wert!

Komende zomer is het bovendien de hoofdstad van het WK en met een stel Duitse (!) vrienden weten we het zeker: Oranje wordt in het Olympiastadion op 9 juli 2006 wereldkampioen. Nog 184 dagen! Natuurlijk is het wishful thinking, maar dit Oranje zou best wel eens gekke dingen kunnen gaan doen. En waarom niet? De loting is alvast gunstig. Argentinië, Servië Montenegro en Ivoorkust laten het niet toe pas in de volgende ronde wakker te worden, want we moeten meteen aan bak. Volgens Ruud van Nistelrooij moet de maand juni de belangrijkste uit zijn leven worden en wil hij in 2010 in Zuid-Afrika de titel verdedigen. Dan zal je toch eerst in Duitsland wereldkampioen moeten worden, lijkt me. Ik hoop alleen wél dat we tegen beide broertjes Kalou zullen spelen, want als Salomon Kalou voor Nederland mag kiezen kan hij nooit meer naar huis. Bovendien zit dan het eerste vliegtuig uit Ivoorkust vol met de rest van alle Kaloutjes, want sommige Ivorianen praten alleen nog via hun kapmes. Dus hou vol Rita Verdonk!

Al mijn halve leven ben ik Berlijnfan en dat komt vooral doordat ik al bijna 17 jaar de mooiste ogen uit Spandau aan mijn zijde weet. Ons geheim? Ze háát voetbal. In een goed huwelijk moet je minimaal één ding absoluut niet met elkaar gemeen hebben en bij ons is dat duidelijk voetbal. Ik was daarom vorige week ook maar heel even verward toen ze riep: “We hebben Ajax nodig.” Míjn bloedlichaampjes zijn al 35 jaar rood én wit, maar van haar verwachte ik dat na zoveel mooie jaren niet meer. Het bleek gelukkig om het heerlijk riekende schoonmaakmiddel te gaan, dus ik kon met frisse neus opgelucht ademhalen. Ik zag mezelf vanavond tegen Groningen al het zoveelste buitenspel van Charisteas uitleggen.

Zoals ik in het recente verleden al meermalen ventileerde, horen aantrekkelijk voetbal en Duitsland in mijn ogen niet unbedingt altijd bij elkaar. “Eerst de nul houden en van daaruit kijken wat er mogelijk is”, lijken de eerste woordjes te zijn die een peuter in pakweg Karlsruhe leert. Dat zijn volgens mij geen termen die je in Betondorp, de Bijlmer of op het Leidseplein snel zult horen roepen. Ik heb daarom vanavond weer met verbazing naar 90 minuten Ajax zitten kijken.

Tussen Kerst en Nieuwjaar blikken we nog even terug, maar van een wijs mensje van Keulen heb ik geleerd om dat niet al te lang te doen. Ik ga er daarom maar van uit dat Danny Blind zijn woord houdt en zo snel mogelijk weer een gevleugeld Ajax laat voetballen. Ik wil het hem vergeven dit jaar tegen alle Amsterdamse voetbalwetten te hebben gehandeld, want het resultaat van een wedstrijd mag nooit het belangrijkste zijn.

Toch ga ik met een goed gevoel het nieuwe jaar in. Niet vanwege de laatste overwinningen, want die heb ik voor kennisgeving aangenomen, maar door de speler die ik al bijna een jaar propageer: Huntelaar komt zo goed als zeker naar Amsterdam! En door de grauwe winterwolken van een donkere Ajaxtoekomst knipoogt al weer een voorzichtig zonnetje.

Ron Schiltmans