Meesterwerk Ron Schiltmans / 9 januari 2008 In het rijtje Van Gogh, Rembrandt en Vermeer mag jouw naam niet ontbreken. Jij speelde immers niet op gras, maar op linnen. Geen intikkers of frommeldoelpunten voor jou, maar treffers als glooiende landschappen, met adembenemende wolkenpartijen. Verdedigers die jaren na hun carrière nog badend in het zweet wakker schrikken, zoals de complete Argentijnse verdediging van het WK 1998. Frank de Boer reikte jou verf en penseel en jij schilderde in Marseille één van Neerlands meest memorabele doelpunten. Puur op techniek en intuïtie. Vaak was een balaanname mooier dan het onvermijdelijke doelpunt wat er op volgde. Zo was voetbal bedoeld. Zo wilden we het graag zien, maar zagen we het na jou niet al te vaak meer terug.Je grootste meesterwerk werd die onnavolgbare pirouette in en tegen Newcastle. Al zie ik die treffer duizend keer, steeds opnieuw verras je me met die onmogelijke passeerbeweging. Je slimme hakjes, je virtuose lobjes, je ontelbare boogjes in de rechter bovenhoek, altijd met voorbedachte rade. Wat moeten we tegenwoordig veel missen! Zeker, Arsenal doet, terwijl ik dit schrijf zijn best tegen Tottenham om de League Cup. En is bij vlagen zelfs behoorlijk op dreef. Maar overduidelijk ontbreekt de hand van de meester. De onverwachte penseelstreken op een nieuw en onbetaalbaar doek. Dat je ooit schilderde voor Ajax vervult mij met trots. Ik herinner me een wedstrijd in Eindhoven, waar je vlak vóór rust magistraal scoorde en nonchalant richting catacomben liep, met een blik alsof je zojuist je teennagels had geknipt. Weergaloos scoren, als de gewoonste zaak van de wereld. Toch was het niet vanzelfsprekend geweest, dat jij de top zou gaan halen. Er werd bij Ajax hardop getwijfeld of je het mentaal wel aan zou kunnen. We zagen een schuchtere, fragiele scholier bij Ajax op rechtsbuiten. Onwennig nog. Maar het duurde daarna niet lang voordat we wisten dat we je op een dag ongelooflijk zouden gaan missen. Een Iceman in wording. Toen je onvermijdelijke afscheid aanstaande was, koos je naar mijn idee voor de slechtst denkbare club. Voor jou geen Barcelona of Real Madrid. Nee, Inter Milan werd het. Van oogverblindend rood en wit naar onbegrijpelijk blauw met zwart. Al hadden ze me honderd clubs laten raden, deze had er zeker niet bij gestaan. Alleen David Endt had hier stilletjes op gehoopt. Het enig positieve aan je Italiaanse periode was het winnen van de Uefacup. De cup die je in Amsterdam in ’92 slechts op afstand won, omdat je helaas te ziek was om ook maar naar de finale te kíjken. Jij die de beker het meest verdiende. Er mocht helaas geen kroon op je indrukwekkende voetballeven. Met de auto naar Parijs om daar vervolgens 90 minuten vanaf de bank te moeten toekijken hoe Arsenal de Champions League finale verloor van Rijkaard’s Barcelona. Ik kan Arsène Wenger nooit meer zien zonder aan deze laffe voetbalmisdaad terug te moeten denken. Vervolgens werd het stil in Bergkamp Wonderland. No more miracles van die magische rechtervoet. Je leek van de aardbodem verdwenen. Maar iedereen gunde jou je rust. Jij had ons zoveel gegeven. Er restte ons alleen nog je DVD met honderd doelpunten. Als tastbaar bewijs van wat wij ooit ademloos zagen gebeuren. Ik vreesde dat we je nooit meer in het voetbal terug zouden zien. Totdat je onlangs onverwacht liet weten dat het toch weer kriebelt. Sindsdien wacht ik ongeduldig op Het Persbericht van Ajax. “Dennis Bergkamp in technische staf van nieuwe Ajaxcoach Marco van Basten.” Meer tekst is niet nodig. We willen je weer op dat trainingsveld zien, tussen nieuw talent. Gewoon voordoen hoe je vrijloopt, hoe je aanneemt, hoe je passeert. Zoals jij het deed leek het zo simpel. Zo willen we het graag weer zien. Mede vanwege jouw aanwezigheid moeten jonge voetballers weer blindelings willen kiezen voor een opleiding bij Ajax. Kom daarom terug naar Amsterdam, Dennis. Kom naar huis. Je maatje Wim Jonk is er al. En Ajax heeft ongetwijfeld ook voor jou, De Meester, werk. Ron Schiltmans