AFC Ajadidas


Ik heb een hang naar het verleden. Altijd al gehad. Niet omdat vroeger altijd alles beter was, hoewel dat door een selectief geheugen vaak wél heerlijk zo lijkt. Nee, vanwege het mysterieuze. Het onveranderbare toen. Daarom zie ik ook graag films waarin tijdmachines voorkomen. Back To The Future bijvoorbeeld. Even in een flying Delorean naar pak hem beet 2 juni 1971. Naar Wembley, om samen met Velibor Vasovic die eerste Europacup omhoog te houden. Naar 24 mei 1995, Wenen. Om alvast precies in het verlengde van het puntertje van Patrick Kluivert te gaan zitten en veel eerder dan de rest van de wereld te weten dat die bal er in zal gaan. Lijkt me geweldig. Of terug naar schilderachtig Herzogenaurach, in het Beieren van 1920. Om Adolf Dassler te helpen bij het ontwerpen van zijn sportmerk. Kon hij nou werkelijks niks anders (laten) bedenken dan die drie oerlelijke strepen? Het klavertje drie alléén was toch véél mooier geweest?

Voor wie vorige week even niet heeft zitten opletten: Vanaf komend seizoen speelt Ajax zijn thuiswedstrijden in de Eredivisie tóch weer met de 3 strepen van de Duitse kledingsponsor op het shirt. Door Ajax zelf nog angstvallig verzwegen voor het grote publiek, maar aan de AFCA supportersclub simpelweg als voldongen feit medegedeeld. Gewoon een onopvallend puntje in de vergadering. En niks ‘ja maar’ tijdens de gehaaste rondvraag. Heeft Maarten Fontein nog even voor ons geregeld, voordat hij mocht vertrekken. Lief hè? Het heeft ongetwijfeld bakken extra Euro’s opgeleverd. Geld wat we goed kunnen gebruiken om wat stoeltjes te vervangen en mobiele tribunes te kopen, om de tankgracht mee te vullen, dacht ik nog naïef. Vanaf een op het oog onschuldig moment in 1999, waar een klein krantenberichtje mij vertelde dat er drie dikke strepen door ons smetteloos witte verleden gingen, zie ik Ajax definitief anders. Het leverde de Amsterdammers, na de beursgang, opnieuw miljoenen extra op. Met die grote zak met geld kochten we voor jaren het kampioenschap, zo wisten we zeker.

Maar Ajax en geld gaan om de één of andere reden niet samen. Nog niet zo heel lang geleden schreef ik, uit pure liefde, dat ik het een zegen zou vinden als mijn clubje bijna failliet zou gaan. Dat we noodgedwongen elke Euro in de jeugdopleiding zouden moeten stoppen. Ik mag graag verwijzen naar de recente uitspraken van de Roemeense levende legende Hagi, die in zijn land een voetbalschool gaat beginnen. Ik citeer: “Ik heb mij laten inspireren door de jeugdopleiding van Ajax. In heel Europa zijn jeugdspelers van Ajax actief, dat is een prachtig streven. Én mijn idool heeft het Ajax-shirt gedragen: Johan Cruijff.” Mag ik daar dan even stil van worden? In het buitenland begrijpen ze het nog. Daarbij is Roemenië geen rijk land, ze móeten wel. Wat een kostbare weelde!

De mening op internet over Ajax wordt grotendeels bepaald door de jeugd. Ik ken genoeg 40-plussers die zelfs onder dwang geen enkele Ajaxsite kunnen noemen. Het is daarom niet terecht om te roepen dat de meningen over de 3 strepen op het shirt verdeeld zijn. Dat niet iedereen tegen is. Ik schat dat het 80% van internettend Nederland inderdaad een rotzorg zal zijn, als Ajax er volgend seizoen als een Oostblokclub bijloopt. Ze kunnen zich Umbro al niet of nauwelijks meer herinneren, laat staan de prachtige merken daarvóór. Het levert toch heel veel geld op? Wat zeur je nou! Geld wat Ajax hard nodig schijnt te hebben om mee te blijven doen. Waarmee is mij de afgelopen 10 jaar, geheel toevallig de Adidas-jaren, niet helemaal duidelijk geworden. Het is dezelfde groep jonge mensen die deze week Johan Cruijff totaal respectloos een seniele, oude man noemde. Iemand die maar beter op zijn berg in Barcelona kon blijven. Van mij mag Cruijff vanaf morgenvroeg 7 uur alsnog de totale club tegen het licht komen houden. Carte blanche, want ergens gaat het mis. Wesley Sneijder was alweer jaren geleden de laatste wereldtopper uit de eigen opleiding.

Ik schreef dit stukje namens en voor een steeds kleiner wordend clubje mensen. Een groepje liefhebbers die in een moderne, hard zakelijke tijd trots de andere kant op durven te kijken. Naar hagelwitte mouwen, dito Derbystar wedstrijdbal en oude logo. Niet kwijlend richting de schier onuitputtelijke miljoenenpot van een kledingsponsor. Miljoenen die, ondanks de grootste begroting van Nederland, nooit een kampioenschap zullen garanderen, zo blijkt al jaren. Een groepje dat in het bedrijf Ajax NV nog steeds die avontuurlijke club durft te zien. Een prachtig voetbalbolwerk uit Amsterdam, dat altijd anders dan anderen was. Nu weten we dat Ajax voor veel geld gewoon te krijgen is. Voor miljoenen extra mogen geldschieters genadeloos over ons heen. Je kunt je afvragen wat de volgende stap is. Drie verticale rode strepen, ter feestelijke vervanging van die mooie rode baan, zoals ergens op internet al angstig werd voorspeld? Of misschien zelfs wel een naamsverandering? De titel van dit stukje is natuurlijk zwaar aangezet, maar als het maar genoeg oplevert, sluit ik niks meer uit. Dan is die legendarische, prachtig eigenzinnige club elk jaar weer een beetje meer onherkenbaar veranderd. Worden we het Red Bull Salzburg van Nederland en hebben we straks een mannetje full-time in Roemenië. Wanhopig vissend in de volle kweekvijver van Ajaxfan Gheorghe Hagi.

Ron Schiltmans