We zijn het zat!


Yes, Ajax is back! Er wordt internationaal weer over ons gesproken. Weliswaar bezetten we momenteel nog een twijfelachtige eenendertigste plaats op de Uefa ranking, maar dat gaat heel snel veranderen. De weg naar boven is definitief ingezet. Na vier Europacups 1, één Europacup 2 en een Uefacup, konden we dit weekend eindelijk die felbegeerde Ted Bates Trophy aan onze prijzenkast toevoegen, door winst op Southampton. En dat voelt geweldig. Respectvolle reacties vanzelfsprekend op maandagochtend. Schoorvoetende felicitaties van PSV-ers en jaloerse blikken van mensen die die club uit Rotterdam-Zuid aanhangen. Begrijpelijk. Die winnen natuurlijk nooit meer wat. Hooguit nog een wanhopig kort geding, aangespannen tegen een uitgesproken faillissement. Is een kwestie van tijd.

Ze zijn door de licentiecommissie namelijk inmiddels ingedeeld in ‘Categorie 1’ en dat klinkt leuker dan het in werkelijkheid is. Categorie 1 is de financiële sloppenwijk van het Betaalde Voetbal. Daar zitten de clubs in voor wie het aan het eind van elk maand weer spannend is of pinnen nog lukt. Waar bankrover Dirk Scheringa vol gaten ín, en een prijs óp zijn hoofd op het dartbord hangt, omdat ze in geen honderd jaar meer van zijn leningen afkomen. De commissie is het nu zat. Elke uitgegeven Euro zal in Zeist verantwoord moeten worden. Je kunt er daarom op wachten dat die Feyenoordhelikopter binnenkort een keer uit de lucht lazert vanwege achterstallig onderhoud. Er zullen niet veel slachtoffers zijn, want er zal nauwelijks een speler in zitten. Het geld is nu echt op daar en niemand durft écht veel voor te schieten. Die lege kluis wordt ongetwijfeld een zwaar blok aan hun Mario.

Van AZ ken ik helaas geen enkele fan, behalve Scheringa natuurlijk. Ik zie ze niet. En ik vraag me ook af of ze wel echt bestaan. Ik zie nou nooit eens iemand in een AZ-shirt bij de bakker. Geen kind wat tijdens een pleinpartijtje roept dat het Gill Swerts of Graziano Pellè wil zijn. Niet eens een mini AZ-shirtje wat na jaren door de zon flets rood gebleekt achter het raampje van een oude auto plakt. Een shirtje van een kledingsponsor van meer dan tien jaar geleden. Je ziet ze niet. Omdat ze er niet zijn, behalve misschien binnen een straal van 10 kilometer rond Alkmaar. Die hebben daar natuurlijk een ongelofelijk seizoen achter de rug en kunnen met hun klapfoldertjes weer voor minimaal een volgende 25 jaar achter de geraniums bij moeder de vrouw. Zie het als een collectieve vergissing van de Nederlandse Top-3 en een wereldprestatie van Louis van Gaal.

Ik verwacht hem overigens alweer vóór Weihnachten zuhause in Noordwijk. Dan zijn ze hem bij Bayern zeker weten al zat. Louis is namelijk Duitser dan de Duitsers en ik ken de landsaard daar een beetje. Vergeleken bij Van Gaal is Lothar Matthäus een pruillippend doetje. Der Louis gaat tegen zoveel Beierse schenen schoppen, dat het bier op hun Oktoberfeest straks uit angst massaal doodslaat als hij langsloopt. Kan je dat bier ook niet kwalijk nemen. Een nuchtere Van Gaal met stemverheffing is al geen exportproduct, maar een dronken Aloysius in Lederhosen gaat onze onderlinge handelsbetrekkingen zwaar onder druk zetten. Uiteindelijk zullen ze hem als smoesje afrekenen op zijn gebrekkige kennis van de Duitse taal, verwacht ik. Na Rudi Carrell komt daar niemand meer mee weg. Vraag maar aan Freek de Jonge en Fred Rutten.

Ondertussen wordt er in Amsterdam keihard gewerkt om straks de beste seizoensopening sinds jaren te realiseren. Er wordt zelfs hardop nagedacht door de spelers en geroepen dat ze de slechte prestaties van de afgelopen jaren zat zijn. Mag ik daar even oprecht van volschieten? Dat klinkt als Ajacieden die de hand in eigen boezem steken. Die bezig zijn met hun vak, zelfs na wedstrijd of training. Emanuelson die tijdens de boodschappen besluit zelf óók ballen te willen veroveren. Kom daar maar eens op. Ergens tussen de verse vleeswaren en het koeleiland je winkelwagentje met een ruk tot stilstand brengen en keihard roepen dat het zo niet langer kan. Onze eigen Urbi! Ik wist helemaal niet dat hij dat in zich had. Hij zelf waarschijnlijk ook niet. Hij is het zat. Het klinkt te mooi om waar te zijn. Ik wil daarom die woorden van Emanuelson graag zwart op wit. Bal veroveren, het is zo nieuw voor hem. Zo ongewoon. Zaterdag zeggen en op dinsdag al een dikke enkel. Lijkt mij geen toeval.

Ik weet niet wat Martin Jol in dat blauwe trainingspak allemaal roept, maar het lijkt binnen de club massaal aan te slaan. Het aanzwellende zelfvertrouwen zorgt er al voor dat we na een 1-0 achterstand zelfs winnen. Iets wat afgelopen seizoen niet of nauwelijks lukte. Van een lullig cupje in Southampton krijgen we alweer praatjes en de onvermijdelijke prognoses wijzen steeds vaker naar de ArenA, als plaats waar de schaal uitgereikt gaat worden, volgend jaar ergens midden april al. Onze rug wordt met de week rechter. Maar zo moet het ook zijn en altijd blijven. Zo zien we het graag. Dat is Ajax. Daardoor voel ik me al bijna 40 jaar volbloed Ajacied en dito Amsterdammer, ook al woon ik honderd kilometer van hartje Mokum. Al jaren niks noemenswaardigs gewonnen, maar tóch een grote bek. Anders willen we het niet meer. Die bescheidenheid zijn we zat en moet en zal definitief overboord. Het is de enige manier waarop wij prijzen winnen.

Ron Schiltmans