Titeltranspiratie Ron Schiltmans / 27 april 2011 Ik roep altijd dat je met meerdere tv’s in huis meer kans hebt op een gelukkige relatie. Geen enkel stel heeft élke tv-avond tegelijk zin in hetzelfde programma. Dat bestaat niet. Zo snurken ontelbare mannen hun huwelijk aan gort tijdens All You Need Is Love. En dromen hele zwermen vrouwen, op de bank naast hun man bij Studio Sport, van een wild weekend met Tom Egbers. En dán ben je wanhopig. Maar zo’n tweede tv kan ook tegen je werken, merk ik nu. Zo riep ik vanmorgen in alle vroegte alweer voor de derde keer binnen tien dagen: ‘Hè, vanavond lekker Real Madrid – Barcelona kijken!’, maar dat gaat een keer mis. Mijn vrouw vertrouwt het niet meer. Dat zie je aan die mooie, maar argwanende ogen. Alwéér een Clásico?! Die denkt natuurlijk dat ik op de slaapkamer naar heel wat anders lig te gluren. Ik verwacht dan ook dat ze vanavond, of anders volgende week dinsdag, onverwacht binnenstormt. Om te checken of ik haar niet stiekem bedrieg. Met Feyenoord-TV bijvoorbeeld. Dat zou ze verschrikkelijk vinden. Maar ik héb niet eens Eredivisie Live, laat staan dat ik de trainingen van Mario Been op de voet zou willen volgen. Hoewel dat laatste ook weer niet geheel is uit te sluiten, na afgelopen weekend. We zijn in Amsterdam toch een beetje van Feyenoord gaan houden, laten we eerlijk wezen. Mocht het per ongeluk toch nog gaan lukken, dan hebben de geplaagde Rotterdammers een flink aandeel in ons kampioenschap gehad. Ze gaven ons zes punten. Ook mooi dat PSV zich met die 10-0 uiteindelijk zelf een heel slechte dienst heeft bewezen. Het tot op het bot getergde Feyenoord gaf de Lampjes een fijne draai om de oren en de ArenA genoot met volle teugen live mee. Maar helaas gebeurde dat wél op Eerste Paasdag en daar kan ik maar moeilijk aan wennen. Lang geleden was dit nog een erkende feest- annex rustdag. Ooit hadden we daarom in het paasweekend een dubbel programma. Werd er op zaterdag en paasmaandag telkens 9 wedstrijden afgewerkt. In dat lange weekend werden kampioenen gemaakt en gebroken. Viel er vaak de beslissing om het kampioenschap. Dat was in de tijd dat Big Brother nog gewoon je grote broer was, als je hem voorstelde aan iemand van Engelse komaf. Niet een of ander obscuur loerprogramma voor zwakzinnigen. Zondag leek het Ajax leuk, om tegenstander Excelsior mee te laten genieten van de prestaties van zijn grote broer in Rotterdam. ‘Een stukje gratis service naar je gasten toe’ noemen wij dat in Amsterdam. Op de videoschermen was zichtbaar hoe Feyenoord de Ajacieden langs PSV hielp. Hoe het Eindhovense seizoen keihard de kliko in ging. Het had de Kralingers net zo hard kunnen inspireren als Ajax, maar de trainer van Excelsior zag dat helaas anders. Was daar niet van gediend. Dan heb ik meneer Pastoor helaas wat op te biechten: ik vond het geweldig. Een zenuwachtig zwetende ArenA opgelucht in vuur en vlam door de prachtige treffers van Wijnaldum, wie had dát ooit durven dromen? En ik heb het al vaker gezegd: ik kan niet wachten tot Feyenoord zich weer bovenin meldt. Noem mij maar ouderwets. Maar ik ben allang moe van Munsterman. Door die fantastische woede-uitbarsting in Rotterdam-Zuid mag Ajax plotseling weer heel voorzichtig dromen van een dertigste kampioenschap. Ik herhaal: heel voorzichtig. Want ook Sneijder en Van der Vaart vroegen het zich zondag in de ArenA zichtbaar af: hoe moet dit Ajax in vredesnaam zondag winnen in Heerenveen? Oké, er wordt niet gespeeld om half één, het zal waarschijnlijk niet regenen en aangezien het 20 graden dooit is de kans op sneeuw niet écht heel erg aanwezig. Maar Heerenveen-uit past naadloos in het rijtje Den Haag, Utrecht, NEC en Roda. Zo’n typische wedstrijd waar de gemiddelde Ajacied graag even de kat uit de boom kijkt, terwijl de tegenstander er meteen vol opklapt. Het is immers hun wedstrijd van het jaar. Ik pleit daarom de komende weken voor een ouderwetse Europacup-voorbereiding. Met de hele handel weer eens naar Noordwijk. Terug naar de kust. Koppen bij elkaar, wakker schudden, oppeppen, scherpe zweetpartijtjes op het strand. Tussendoor een beetje dollen, zoals John van Loen en Sonny Silooy samen zo mooi konden, maar wel alles in het teken van het ultieme doel. Deze generatie voetballers moet even niet afgeleid zijn door Playstation, Twitter, vrouw of vriendin. Binnen twee weken kan je zeven jaar titelfrustraties aan flarden spelen. Daar krijg je het toch warm van, als Ajacied? Ik tenminste wél. Ik weet het, we spelen een belabberd seizoen. Meer dan Ajax-onwaardig. Voor tachtig procent was het Jeuk-voetbal, met een grote J. Het zweet breekt je uit, als je deze jaargang nog eens terugdraait. We hebben niks te eisen. Waren normaal gesproken allang kansloos voor de titel geweest. Maar ik lach me een dubbele hernia, als het seizoen 2010-2011 volslagen onverwacht afsluit met de wanhoopsogen van Fred Rutten en de paniekaanvallen van Twente’s trainer Michel Preud’homme. Maar vooral als alles eindigt met zo’n prachtige knipoog van Ajaxcoach Frank de Boer. Live, op de videoschermen in negen stadions. Ron Schiltmans