Frank de Broer


Ajax ligt op de rug in het hoge gras. De benen losjes over elkaar, de handen onder het hoofd en een verse grashalm speels tussen de lippen. De zon is weldadig warm en ontspannend. In de blauwe lucht komt af en toe een wit wolkje langs. Kijk, die lijkt op Bobby Haarms! Verderop zweven acht kleine stapelwolken achter één grote aan. Allemaal dezelfde kant op, richting zuiden. Een vliegtuig zet er een rechte streep onder.

Het leven is momenteel behoorlijk oké, in Amsterdam Zuid-Oost. We hebben een aangenaam briesje in de rug. Terwijl concurrenten deze week Europees vol aan de bak moeten, wordt er op De Toekomst harmonieus en vastberaden verder geslepen aan tactiek, techniek en spelstijl. De competitie is alweer twee speelrondes onderweg en de stand geeft een historisch vertrouwd beeld. Zonder puntverlies samen op kop met Feyenoord en FC Twente! Dat klinkt als Hugo Walker, bakkebaarden, Wim Kan en Autoloze Zondag, kortom: behoorlijk 1973.

Een tijd waaraan ik als Ajacied graag herinnerd mag worden. Met een rijke historie kan je nou eenmaal heel ver terug. Voor een achtjarig jochie had de week een overzichtelijk patroon. Te voet naar school en op woensdagmiddag en zaterdag eindeloos vissen en voetballen. Op zondag, met moeders kookwas in de keuken op het vuur en een bord warm eten op de knietjes, klaar zitten voor Studio Sport en de Grote Ajax-show. Er werd wekelijks gewerkt aan doelsaldo en landelijk aanzien en vooral dat laatste is toen bijzonder goed gelukt. Anders schreef ik dit niet.

Het gaat de grootste club van Nederland dus behoorlijk voor de wind, en ook met het doelsaldo zit het alweer snor in Amsterdam. Het is zelfs niet geheel denkbeeldig dat er, na de eerdere 4-1 en 5-1, zondag in Venlo een 6-1 zal volgen. Lijkt me wel geinig. En dan daarna zeggen dat je duidelijk nog in opbouw bent. Zo arrogant zijn we wel. In gedachten zie ik onze coach daarbij al glimlachend knipogen.

Ik ben misschien de enige, maar volgens mij hebben we een nieuwe Arsène Wenger in ons midden. Werkt er een jongere versie van Alex Ferguson bij Ajax. Misschien zelf wel een Guy Roux. Een trainer die een bijzonder lange houdbaarheid lijkt te hebben. Van de niet-nieuwe Eredivisietrainers is hij het kortst in dienst bij zijn club. Voor mijn gevoel is Frank de Boer echter al tien jaar trainer van Ajax, zo vertrouwd is het. En je kan je afvragen: is onze coach de rust zelve, omdat er heel veel meezit sinds hij er is, of is het andersom? Ik denk dat de natuurlijke rust van De Boer afstraalt op de hele club.

Onze coach ligt tijdens een trainingskamp in den vreemde niet tot diep in de nacht aan de iPhone met zijn zaakwaarnemer, om te checken of er zich al een mooie Zuid-Europese club heeft gemeld. Ook geen geflirt met Fulham. Nee, Frank gebruikt zijn telefoon om er online Wordfeud met zijn vrouw op te spelen. Overdag belt Frank onopzettelijk luid met zijn broer, zodat de spelers schaterlachend een gratis Edwin Evers-momentje hebben. Teambuilding als tweede natuur.

Frank waakt over Ajax. Hij ontwikkelt zich meer en meer tot rustpunt en bindmiddel. Na een stressdag kijk ik vaak even een interviewtje met De Boer, en daarna kan ik er weer helemaal tegen. Ga ik weer rustig slapen. Ook al hangt half Nederland op Twitter krijsend uit het raam, omdat er een Ajax-delegatie van acht man naar Johan Cruijff in Barcelona reist, in plaats van andersom. Frank zei daarnet nog als een oudere en wijze broer dat alles oké is, dus dan is dat zo.

Ik wist het zelf ook niet, maar Johan Cruijff heeft altijd in de maand augustus vakantie en hij reist dan niet. Hooguit met een kleinkind op de scooter naar de dierentuin. Klinkt logisch, zoals wel vaker bij de ‘Legendarische Nummer 14’. Dat laatste schrijf ik om de Volkskrant te pesten. Ze kunnen dat in de Telegraaf namelijk niet meer lézen. Ik ook niet trouwens, want ik weiger te betalen voor online columns. Maar dat terzijde. De 8 Ajacieden vonden het geen enkel probleem om naar Barcelona te komen en werden er uiterst gastvrij ontvangen.

Ik heb naderhand geen enkel huilverhaal van de betrokkenen kunnen vinden. Geen Edgar Davids die op Schiphol woedend een controlepoortje in puin had getrapt. Geen bestuurslid modder gooiend bij een live praatprogramma. Helemaal niks. Voor een volgende keer: pas als Frank de Boer zenuwachtig doet, dan is er écht wat aan de hand met Cruijff. Eerder niet.

Ik vind het mooi als Frank na de wedstrijd met een stalen gezicht zegt ‘te kunnen leven met een 1-4 in Doetinchem.’ Vooraf waren wij namelijk al blij met een 0-1, omdat een seizoenopening vaak alle kanten uit kan. Ik geniet, als onze coach het in VI heeft over ‘totale dominantie’. Mooi dat dát inmiddels weer de norm is bij Ajax. Het werd tegen Heerenveen al bij vlagen zichtbaar.

Aanstaande zondag, op weg naar Venlo, kijkt De Boer peinzend de bus rond, zoekend naar een woord. Hij ziet onder andere een Zuid-Afrikaan lachen, twee Denen keten en een IJslander zingen. Hij denkt aan die andere betekenis van de afkorting ‘VVV’, scrabbelt online ‘Vreemdelingen’ naar zijn vrouw en pakt glimlachend de zege. Frank is een aimabele winnaar. Uit, maar zeker ook bij hem thuis. En hij gaat nog jaren mee.

Ron Schiltmans