Slapen met Theo


De vorige Southampton – Ajax was in 2009, en leuker. We weten allemaal nog als de dag van gister, dat het toen wél ergens om ging. We streden om de felbegeerde Ted Bates Trophy en die staat sindsdien trots te glimmen in onze prijzenkast. Ajax won met 1-4, door onder andere twee doelpunten van aanvoerder Luis Suárez. De editie van afgelopen zaterdag was een rare. Lege tribunes zover het tv-oog reikte. Eerst dacht ik nog aan een supportersactie van hun harde kern, maar toen ze na de veertiende minuut nog steeds wegbleven, wist ik: dit was het dan. Er komt niet meer volk op Ajax af. En dat terwijl we toch aantraden met de ervaren Theo Janssen.Theo houdt mij erg bezig, de laatste dagen. Het is gelukkig een speler waar je veilig nachten lang hardop over kunt dromen, anders dan bij andere spelers. Je loopt niet het gevaar dat je vrouw ’s morgens, demonstratief met de handen in de zij, naast je bed staat en vraagt: ‘Wie is Anita?!’ Leg dan maar eens uit dat je niet over de benen van een ander lief droomde, maar over tijdelijk aanvoerder Vurnon met de turbodijen, één van de belangrijkste Ajax-spelers van het afgelopen seizoen. Met Theo heb je dat probleem dus niet. Zijn naam kan je ’s nachts met een gerust hart een paar keer hardop roepen, zonder dat je de volgende dag op krukken en een raar hoog stemmetje naar je werk moet. Maar de Arnhemmer roept weer andere gevoelens op. Gemengde.

Vóór Southampton twitterde ik voorzichtig het niet zo heel erg te vinden, als Theo de roep vanuit het Gelredome niet zou kunnen weerstaan. ‘Reisende soll man nicht aufhalten’, zeggen ze in Enschede. Vrij vertaald: ‘als Theo naar Arnhem wil, dan mag Theo van mij naar Arnhem’. Laat ik zeggen dat de tendens van de reacties was: Theo staat niet ter discussie en moet zeker nog een jaar blijven. Maar toen kwam dus zaterdag ‘Southampton’. Een wedstrijd waarin Janssen nauwelijks uit de middencirkel kwam. Hij speelde slaapverwekkend. Bovendien heeft Theo nog een ander probleem: hij maakt als Ajacied niet zo’n bijster geïnteresseerde indruk. Is vaak niet aanwezig. Kwam met overgewicht terug van vakantie en dan weet je het wel. Dan is het hoofd al vuurrood na een sprintje over vijf meter.

Wat we nu ook weten is dat Ajax, en Theo Janssen in het bijzonder, aan een ramp is ontsnapt. Bijna hadden we Louis van Gaal binnen gehad, en achteraf slaan we elkaar bij Ajax opgelucht op de schouder, omdat dát niet doorging. Als bondscoach wil Louis van Gaal nu namelijk inzicht in de slaaptijden van zijn internationals. Het eerste wat ik dacht: goed dat Theo geen international meer is. Als Algemeen Directeur was Louis ook bij Ajax ongetwijfeld even bij de medische staf binnengelopen. Met een USB-stickje. Daarop een nieuw web-based programma, om het slaapgedrag van de spelers overzichtelijk in kaart te brengen. En ik denk bij regelmatige nachtrust niet direct aan Theo Janssen. Dat mag u vreemd vinden.

Maar Theo had zijn inloggegevens zonder twijfel bij een jonge Ajacied ingefluisterd, hem 50 Euro in de borstzak gestopt, zo’n blauwe arm om hem heengeslagen en met een knipoog glimlachend gevraagd deze week zijn slaaptijden voor hem bij te houden. Dat wanneer Theo ’s morgens om 7 uur, buiten tegen zijn voordeur zou leunen, wanhopig op zoek naar het sleutelgat, zijn jonge collega ‘7 uur’ achter ‘Opstaan’ voor hem zou invullen. Bij ‘Slapen’ 22:30 uur, precies op het moment dat Theo ergens in Arnhem zijn vijfde rondje gaf. En dan ’s middags die goedkeurende duim omhoog van Louis van Gaal, op de Toekomst. Ik wens de internationals heel veel plezier en geduld, met hun nieuwe bondscoach.

Gemengde gevoelens dus over Theo Janssen. Geen Ajacied die na een doelpunt het logo op zijn shirt kust. Hoeft ook niet. What you see is what you get, bij Theo. Als er interesse is vanuit Arnhem, dan roept Theo niet dat hij van niks weet. Dan zegt hij heel eerlijk dat eerst de clubs eruit moeten komen. Dat komt dan bij menig Ajaxfan hard over, ook bij mij. En we vinden het verwarrend. Eigenlijk hebben we een jaar lang geprobeerd van elkaar te houden, wij en Theo. En is het helemaal geen schande dat dat niet echt wilde lukken. Janssen en Ajax, het bleef ongemakkelijk. Gevoelsmatig kwam de liefde niet van twee kanten.

Als Theo straks thuiskomt bij Vitesse, zijn wij alweer overgegaan tot de orde van de dag. Zullen we nog eens om hem glimlachen, maar hebben dan allang nieuwe Ajacieden wél in ons hart gesloten. Lasse Schöne bijvoorbeeld. Zicht- en hoorbaar trots op zijn Ajax-shirt en zelden langer dan een paar seconden achter elkaar aanwezig in de middencirkel. Die is liever druk op weg naar voren. Om verwoestend uit te halen tegen Norwich City. En dat zie ik Theo Janssen alleen nog daar opbrengen, waar altijd al zijn hart lag.

Ron Schiltmans