Frank is vrij


Meestal roep ik na een wedstrijd van Ajax dat het resultaat me niet zoveel doet. Dat het ‘maar voetbal’ is. Vaak is dat ook om de discussie af te kappen. Want omdat je regelmatig wat op internet over je club roept, denken sommigen dat je dus ook 24 uur per dag, zeven dagen in de week over niets anders wilt praten. Nou ben ik al niet iemand van de smalltalk. Het obligate praatje na je vakantie, waarbij ik altijd zachtjes aftel tot het onvermijdelijke ‘nog weggeweest?’. Gegarandeerd vlekken in mijn nek. Jeuk tot aan mijn bijnieren. Mijn nieuwe tactiek? Alvast heel langzaam weglopen als het woord ‘voetbal’ valt. Erg onbeleefd inderdaad, en het bevalt prima. Lichaamstaal is vaak zoveel duidelijker.

Maar in werkelijkheid doet het me wel degelijk wat. Na een simpele 1-6 in Nijmegen, schijnt die zon toch net iets vrolijker, smaakt mijn koffie zoveel lekkerder en zet ik op maandagavond fluitend de kliko aan de straat. Maar waar ik pas écht vrolijk van word, waar ik nog dagen spontaan van in de lach zal schieten, is Frank de Boer. Voor degene bij wie de weekendsiësta een beetje uit de hand liep, leg ik het kort uit.
Het is zondag, laat in de middag. Buiten dooit het 35 graden en rond het Nijmeegse Goffertstadion schieten de eerste palmbomen uit de grond. Door die zengende hitte, maar vooral door de riante 1-5 voorsprong van Ajax, cirkelen er drie volwassen vale gieren boven de dug-out van NEC. Oftewel: het zit Ajax niet echt tegen. De Ajacieden hebben goed hun best gedaan en verlangen naar de extra drinkpauze, die per speelhelft is ingelast. Even een slokje water, mekaar tevreden aanstoten en een beetje grijnzen om de onverwachte Open Dag van NEC. Je kent dat gevoel wel: We spelen bij de beste club van Nederland, verdienen bijna net zoveel als Assaidi op de bank bij Liverpool, en zijn van plan om in de tweede helft nog een beetje frivool aan het doelsaldo te werken. Het leven is wél mooi. Zo’n houding.

Maar dan ben je bij coach Frank de Boer aan het verkeerde adres. Terwijl de spelers timide aan hun flesje fris staan te lurken, ontploft Frank in hun midden. Alleen maar vanwege het knullige tegendoelpunt. Een onvervalste woede-uitbarsting, die we anders nooit zien, omdat Ajax nu eenmaal geen camera’s in de kleedkamer toelaat. Frank denkt op dat moment geen seconde of anderen het misschien zouden horen of zien. Heeft geen idee of er een camera op staat. Het interesseert hem niet. Frank is boos en de spelers zullen het weten ook. De Boer voert geen act op, is volledig zichzelf. Frank is vrij van maniertjes. Acteert geen coach.

Wat het tafereel zo aandoenlijk maakt, is dat Frank eigenlijk geen vlotte prater is. Normaal gesproken iemand die zijn woorden weegt, maar nu te kwaad om aan zijn zinsbouw te denken. Prachtig. Mooi ook dat broer Ronald bij het tegendoelpunt al wist hoe hoog de bloeddruk tijdens die time-out bij Frank zou oplopen, zo vertelt hij ’s avonds glimlachend bij Studio Voetbal. En het mist zijn uitwerking niet. Ajax krijgt de rest van de wedstrijd geen doelpunt meer tegen, maar verzuimt wel om vaker dan zes keer te scoren.
In de bus terug naar Amsterdam heerst Frank bij het spelletje kwartetten als vanouds. Tegen Marc Overmars, met een knipoog: ‘Mag ik van jou, van de Scandinaviërs, de Fin?’ Met al een Zweed, een IJslander en een stel Denen in de hand, is dat ‘kwartet’. Niklas Moisander wil vervolgens, na ’s avonds de beelden van een bevlogen De Boer te hebben bekeken, geen nee meer zeggen en is inmiddels weer Ajacied.

Met Frank de Boer werden we twee keer kampioen en behalve 11 van de 12 ‘deskundigen’ in de Voetbal International Seizoengids 2012/2013, sluit niemand uit dat dat ook een derde keer op rij wel eens zou kunnen lukken. Want er is bij Ajax een werkklimaat gecreëerd waarin iedereen zichzelf kan zijn. De saamhorigheid en warmte voelde van buitenaf nog nooit zo goed. Als je mensen binnen Ajax mailt, krijg je keurig en uitgebreid antwoord. Soms zelfs zeer openhartig. Niemand ziet zaagsel naast zijn stoelpoten. Er is onderling respect en rust.

In zo’n klimaat voelt een Tobias Sana zich meteen thuis, kan Lasse Schöne zelfs genieten van een ruime overwinning op zijn oude club, en weet iedereen dat een woedende coach alleen maar bezig is zijn team beter te maken. Het nieuwe Ajax went snel. Ietwat onhandig in gang gezet door Johan Cruijff, is er een proces gaande waarin iedereen steeds makkelijker zijn taak kent en zich verbluffend rap op zijn gemak voelt. De ook financieel gezonde organisatie staat als een huis.

Maar ik geloof elke week en elk nieuw kampioenschap een beetje meer, dat de échte fundering onder dit Ajax de naam Frank de Boer draagt.

Ron Schiltmans