Balletje opgooien


Het was dinsdagochtend een vrolijke tweet. Van @Official_Ajax zelf nota bene. ‘De Ajacieden trainen met speciale Europa League-ballen. Zo kunnen de spelers vast wennen voor de wedstrijd tegen Anderlecht.’ Met andere woorden: ‘kijk ons eens goed bezig zijn. We laten niets aan het toeval over.’ Op mijn vraag of er dan vanaf aanstaande vrijdag met de wedstrijdbal van PSV en voorafgaand aan de andere Eredivisie uitwedstrijden met Derbystar wordt getraind, kwam een bevestigend antwoord. Dat gebeurt altijd.
Daarop stelde ik een in mijn ogen logische vervolgvraag: ‘Is het dan misschien zinvol om zelf met díe wedstrijdbal te gaan spelen, waar zestien (16!) andere Eredivisieclubs óók mee spelen?’ Maar toen bleef het opvallend stil. Ik had ook niet anders verwacht, maar ik vond dat ik de vraag weer eens moest stellen. Alleen al vanuit historisch oogpunt. Maar blijkbaar begrijp ik er al jaren helemaal niks van.
Er kwam wel een antwoord, maar deze keer niet van Ajax zelf. Marcel Klerks twitterde nuchter: ‘Dat levert minder geld op. Ajax en PSV verdienen meer aan de Adidas- en Nike-bal dan die Eredivisiebal.’ Dat antwoord had Ajax natuurlijk nooit gegeven, dat snap ik ook wel.

Maar ik wil hier wel eens de stelling droppen dat het spelen met een afwijkende bal Ajax juist geld kóst, in plaats van dat het munten oplevert. Als zestien clubs week in week uit met één en het hetzelfde merk spelen (welk merk doet er niet toe), maar je speelt zelf met een ander, dan ben je toch elke week bezig met te wennen aan een andere bal? Lijkt me logisch. Nu lichter, volgende keer zwaarder, vandaag meer zwabber en volgende week weer minder. Je verklaart daarmee ook de ontelbare Ajaxcorners en voorzetten die perfect waren, als je een spits van 4,53 meter in je team had gehad. Het breaking news werd vorige week ademloos voorgelezen op CNN, dat Ajax in Brussel koppend had gescoord uit een hoekschop. Ongekend! Dat was ongeveer twaalf jaar geleden. Daarom zeg ik glashard dat die Adidas-bal ons al jaren punten kost. En dus geld.
Voor mij wordt het elk seizoen onbegrijpelijker dat Ajax zich zo gemakkelijk laat vangen door een beetje extra subsidie. Zeker, Adidas betaalt veel en goed en daarom houden we ook zielsveel van ze, maar je bent als sponsor toch óók gebaat bij goede resultaten van een club? Een keertje kampioen worden zou toch ook de kledingsponsor misschien wel een beetje trots maken? En het wrange is: 16 van de 18 Eredivisie-clubs spelen al jaren met dát merk bal, waarmee Ajax tussen 1970 en ’95 alle prijzen won die het maar kon winnen.

Die bal komt waarschijnlijk nooit meer terug. Als het aan de stropdassen ligt tenminste. Sportieve successen zijn leuk, maar veel belangrijker is dat de halfjaarcijfers volgende week vrolijke reacties op zullen leveren. Dankzij de verkoop van Suárez zullen we er niet meer van wakker liggen, dat we dit seizoen hooguit derde worden. De belegger zal met rode koontjes onze resultaten tot zich nemen, zo weet onze voorzitter heel zeker. Tranen van geluk. We kunnen zelfs zonder de Champions League en wie wil dat niet? Dodelijk vermoeiend, dat toernooi. Wéér een andere wedstrijdbal.
Michael Schumacher reed in zijn topjaren ook niet de ene week in Ferrari en de week erop in een Renaultje. Dat zou een mooie chaos zijn geworden. Het materiaal moet vertrouwd zijn en niet wekelijks vreemd aanvoelen. Ik heb het daarom nog één allerlaatste keer aan willen kaarten. Dat het niet alleen uit nostalgisch oogpunt, maar vooral praktisch gezien belangrijk is, dat je iedere week tegen hetzelfde leder trapt, als bijna de hele rest van de Eredivisie. Voor de vastigheid, voor het vertrouwde balgevoel. Vandaar de titel Balletje opgooien. Je hoort mij niet zeggen dat ik met die titel eigenlijk had willen suggereren, dat we zondag vóór de wedstrijd tegen PSV, die enge Toivonen maar eens flink preventief moeten jonassen. Er wordt al genoeg nodeloos op tenen getrapt.

Ron Schiltmans