Aan de andere kant


31 december 2008. Het is stil in voetballand. De stadions liggen er ijskoud verlaten bij. Rusten uit van 17 speelrondes alleraardigste Eredivisie. Tot 16 januari even geen vuurwerk. Ook de Ajaxfansites lijken bevroren. Er is niks nieuws onder de winterzon. Beheerders mijmeren, kauwend op een iets te taaie oliebol, misschien over een verse layout. Of over bezoekerrecords in het nieuwe jaar. Wat wacht er aan de andere kant van middernacht? Een onverwachte transfer? Een kampioenschap? De jonge honden van Van Basten dwongen ons sinds de eerste speeldag in een ouderwetse achtbaan. Zo eentje die alleen maar omhoog gaat, om vervolgens keihard naar beneden te kunnen denderen. Geen enkele garantie vooraf voor een goed resultaat en des te mooier daarom de onverwachte overwinningen. In Enschede. Hamburg! En éindelijk weer eens thuis tegen een vermakelijk onherkenbaar PSV.

We kunnen in het nieuwe jaar gelijk aan de bak en eerste stappen zetten naar nieuwe glorie in Nijmegen en Groningen. Maar niks is zeker met een groeistuipende selectie. De maand februari wordt daarom misschien wel vele malen moeilijker, met louter wedstrijden tegen laagvliegers: Heracles, Vitesse, Feyenoord en Volendam. Hoe hard gaat Ajax in die maand huishouden in de donkere spelonken van ons betaalde voetbal? Waar in de vrieskoude winterstop angstvallig pagina 819 van Teletekst wordt gemeden, behalve in Almelo. En hoe lang mag een Peter Bosz nog ongestraft zwierend met de sloopkogel door De Kuip? We willen aan kop weer duelleren met Rotterdam. Niet met Alkmaarders, hoezeer ik ook fan ben van Moussa Dembélé. Maar die klapfolders kunnen écht niet.

Wat wacht er aan de ander kant van middernacht? Verslaafd aan bewegende voetbalbeelden zwerf ik wat op Youtube. Laat nog even wat Ajaxdoelpunten van Huntelaar op me inwerken en besef nog niet echt dat ik naar een ex-Ajacied kijk. Klaas Jan is anders. Hij komt wél terug. Sommige dingen weet je gewoon zeker. Hij gaat op virtuoos aangeven van Wesley Sneijder in Madrid eerst sportief arriveren en zijn financiële toekomst veiligstellen, om vervolgens over 5 jaar gelouterd dat felbegeerde, maar nog niet gerealiseerde kampioenschap in Amsterdam op te komen halen. Die onnozele AT5-verslaggever mag zo vaak in Hummelo gaan vragen als hij durft. Tot die tijd vinden we die prachtige glimlach van Huntelaar senior alleen nog op internet en die van junior wekelijks op Sport1. Na wéér een doelpunt.

Wat wacht aan de andere kant van middernacht? 2009 is een nog rimpelloze vijver, waar we naar hartelust stenen in kunnen gooien. Wie wordt er Ajacied en wie juist niet? Wie trekt de deur van de ArenA geruisloos achter zich dicht en wie komt er met oorverdovend hoorngeschal voor terug? Is Danny Blind echt alleen maar op vakantie en dan niet geheel toevallig in Enschede? Niemand vraagt het, maar als ik mag kiezen tussen Leonardo en Elia, dan weet ik het wel. Laat die centen maar lekker op de bibberende Bank. Je wordt tegenwoordig al na vijf aardige wedstrijden met het Amsterdamse rood-wit gelinkt en dat is mij veel te vroeg. Marcus Berg van FC Groningen is al wat langer goed, maar je moet er toch niet aan denken dat Cvitanich weer naar de verwarmde stoelen moet. Gronings trainer Ron Jans zag in blessuretijd dat scenario ook opdoemen en zagen we hoe hij daar over denkt.

Aan de andere kant van middernacht wachten legio mogelijkheden om het deze keer anders en dus beter te doen. Om niet catastrofaal op doelsaldo de dertigste schaal te missen of onbegrijpelijk onderuit te gaan op Spangen, in Breda of Kerkrade. Aan de andere kant van middernacht wachten acht thuiswedstrijden. Acht ideale gelegenheden om op Zuid schouder aan schouder het magere recente verleden weg te hossen en brave huisvaders in de rest van de ArenA smachtend te zien denken “stond ik maar dáár!”. Mijn verwachtingen voor onze kampioenskansen zitten, terwijl ik dit opschrijf, weer in die ouderwetse achtbaan. Houdt AZ het deze keer wél tot het einde vol? Struikelt PSV misschien onverwacht tóch geniepig naar boven? Je hebt van Duitsers immers pas gewonnen als je onder de douche staat. “Ajax Kampioen 2008/2009”. Op onzekere droommomenten lijkt het verre van mogelijk. Maar, aan de andere kant, waarom eigenlijk ook níet?

Ron Schiltmans