Op 30 juni 1980 lachte de zon. Er was een nieuwe Ajacied geboren. In Rotterdam, of all places. Straatvoetbal tot het donker werd. De stenen van het Henegouwerplein kennen al je trucjes. Hoe balverliefd moet je zijn, om in hartje Rotjeknor een rood-wit hart te hebben, maar niet dat van Spangen of Kuip, maar van Cruijff, van Basten, Bergkamp en vooral Litmanen, je idool? Daar aan de Maas mag je voor elke andere club zijn, zolang het maar niet die uit “020” is.
Met 19 goochelde je bij Sparta met maar één doel: de ArenA. In 2002 werden al je dromen werkelijkheid: spelen naast Jari! Je eerste officiële Ajax-doelpunten brachten 47.480 mensen in vervoering. Ik citeer ajax.nl van 19 oktober 2002: “Hij veranderde zijn eerste balcontact in goud door direct te scoren. Een minuut later kopte hij zelfs zijn tweede doelpunt in en zette de Rotterdammer de Arena in vuur en vlam: Ajax-AZ 6-2!”
Maar dat waren andere tijden. Ronald Koeman kon nog motiveren en bracht het beste in zijn spelers naar boven. Hoe lang lijkt dát geleden? 135 keer droeg jij het prachtige witte shirt met de rode baan, slechts 15 van die wedstrijden gingen verloren.
Ik heb me al die jaren vaak afgevraagd, wat er jou in de weg stond om een hele grote te worden. Aan je techniek en je inzicht kon het niet liggen, want jij bepaalde immers de omwentelingen van de bal. Je kwam uit een warm nest, en hoopte die warmte ook in Amsterdam te vinden, maar dat werd elk jaar minder. Tot het begin van dit seizoen de trainer eindelijk een middenvelder in je zag! Zou het dan tóch allemaal nog goed komen? Je was immers al 25?
Tegen iedereen die het wilde horen vertelde ik dat dit jóuw jaar ging worden: eindelijk erkenning. Maar een warmbloedige technicus als jij zou in de Bundesliga wegkwijnen en dus zal het in Amsterdam niet anders kunnen gaan. Nu springen simpele ballen van je voet, lijkt een pass over 15 meter al verkeerd voordat je hem trapt en zien we je fabelachtige techniek slechts bij hoge uitzondering. Je hoort al maanden de hoge heren bij Ajax hardop twijfelen over het verlengen van je contract en stilletjes hoopte ik zondag dat je deze week te horen zou krijgen dat je moet gaan. Gisteren was het zover. Ik bedank Martin van Geel je uit je lijden te verlossen, want deze club verdient jou niet. AFC Ajax Amsterdam is afgedaald tot in de grijze middenklasse van Neerlands voetbal en heeft zijn supporters in zijn vrije val meegesleurd. De guillotine stond op scherp, zoveel werd me zondagmiddag wel duidelijk. Om elke twijfel weg te nemen wat ze van Ajax verwachtten, floten de “kenners” je striemend van het veld. Rasvoetballers worden tegenwoordig weggehoond, want met jou win je immers geen oorlog? Als publiek krijg je het voetbal wat je verdient.
Ik denk dat je bij PSV beter tot wasdom zou zijn gekomen, want de warmte van Eindhoven en de genialiteit van Guus zouden je tot een ware attractie van het Zuiden hebben gemaakt. Maar daarvoor is het nu te laat. Je bent besmet met de Ajax-legionella.
Sla je vleugels daarom maar uit en land pas weer als de kille ArenA allang achter de bergen verdwenen is. Kijk niet meer om, maar tover waar jij dat wilt. Vaarwel Nourdin Boukhari en bedankt. Ik ben er trots op je gekend te hebben.
Ron Schiltmans