Oranje neemt een zwaarbevochten 0-1 zege mee uit Luxemburg en het hele land valt over Marco van Basten heen. Dát snap ik nog wel. Er lopen inmiddels hele volksstammen achter Johan Derksen aan, om de bondscoach bij zijn eerstvolgende nederlaag met pek en veren Zeist uit te dragen. Als ‘s lands voetbalgeweten vorige week in zijn blaadje door één van zijn handlangers laat roepen dat Marco hoognodig gecorrigeerd dient te worden, dan heeft hij half Nederland hijgend en ja-knikkend achter zich. Ik ondersteun het niet, maar begrijp het wel. Het moet altijd beter. We verlangen terug naar Dick Advocaat, toch Johan? Nou was die bewuste woensdag voor ondergetekende tóch al niet makkelijk, want zoals menigeen weet stond het wiegje van mijn lieftallige echtgenote bij de Oosterburen en die wonnen diezelfde avond met 0-13 bij het altijd lastige San Marino. Ik durf daarom thuis voorlopig geen interlandvoetbaldiscussies aan te gaan. Wél een lekker Scrabblewoord trouwens.
Maar als Ajax van alle 80 clubs in de UEFA-cup de op één na meeste doelpunten scoort, in een uitwedstrijd nota bene, dan deugt er wéér niks van? Dat snap ik dus niet. Nou kijk ik vaak met andere ogen naar een wedstrijd dan de doorsnee kijker. Ik kan van één flitsende combinatie al uit mijn dak gaan. En van dat soort combinaties waren er tegen IK Start zelfs een paar. Dan kan mijn voetbalavond niet meer kapot en komen vrouw en kinderen regelmatig even kijken of het met papa nog wel helemaal goed gaat. Hij maakt zo’n herrie.
Eén uitzonderlijk mooie balaanname kan al genoeg zijn om mijn voetbalmiddag geslaagd te noemen. Zoals bijvoorbeeld tijdens de uitwedstrijd van Ajax tegen FC Den Bosch. Van Basten in de spits, dus het is alweer een tijdje geleden. En un momento dado komt er een hoge pass van achteruit tot bijna op de achterlijn. Hij lijkt achter te gaan, maar Marco haalt hem in de lucht met achteloos gemak naar zich toe, alsof de bal op zijn voet vastplakt. Op de staantribune slaak ik een kreet van verrukking, want ik herken onmiddellijk de technisch meer dan meesterlijke actie. Maar ik ben in het volgepropte vak écht de enige. Pijnlijk. Ze kijken me aan alsof ze me ervan verdenken mijn mobieltje in mijn broekzak in de trilstand te hebben en niet op te nemen. En de gsm is dan nog niet eens uitgevonden.
Nee, we waren in de tijd van Van Basten nogal verwend. Er waren zoveel mooie acties dat nooit alles in de NOS samenvatting van 10 minuten paste. Om 10 over 7 wilde je méér, maar dan was Ajax al voorbij. Anno 2006 laat Wilfred Geneer je vrolijk tot 20.15 uur wachten en roept na iedere samenvatting, zonder met zijn ogen te knipperen, dat zo meteen toch écht Ajax komt. Dank je, ik kijk wel via de schotel. Ik zie daarom altijd 90 minuten Ajax. En dat is soms best lang. Dat was het zeker onder Danny Blind. Qua voetbal toch een beetje de hongerwinter in de rijke Ajaxhistorie. Maar dit seizoen is Ajax vaak zeer best te pruimen en dat vond ik eigenlijk ook tegen IK Start, ook al speelde die wedstrijd zich dan af in de achtertuin van een appartementencomplex.
Door ons rijke verleden hebben we nu de neiging om alles snel af te kraken, zoals we onder Blind zo goed konden en ook vaak moesten. Maar ik heb vertrouwen in deze spelersgroep en ben zeker nog heel blij met Henk ten Cate. “Roda uit” was afgelopen zondag even een misverstand. Foutje. Zand erover. Kan gebeuren. Praten we niet meer over. Snel vergeten. Doen we niet moeilijk over. Even goede vrienden. Shake hands. No hard feelings. Is mij geen nachtelijke straftraining waard. Roda liep zich trouwens ook wel een beetje uit te sloven, vond ik. Vechten voor elke meter, druk doen om in balbezit te komen, in de weg lopen. Zó irritant. Maar ik weiger mee te doen aan het nu al slachtofferen van wéér een trainer. Pek en veren is in mei nog vroeg genoeg.
Er zijn trouwens wat mensen geweest die de afgelopen week hebben geprobeerd mij te overtuigen van de voordelen van een Chinese invasie in Amsterdam. Maar ik zie er maar eentje: You Never Wok Alone…
Ron Schiltmans