De trip naar Zuid-Afrika was indrukwekkend, evenals de mensen daar. Iedereen wist dat “Ajax Puma” kansloos zou zijn tegen Ajadidas. De grote broer kwam immers voor een demonstratie? Ongeloof in de donkere ogen van Cape Town’s jeugdspelers bij het zien van hun 3-1 overwinning. Was dit hun droom? Was dit hun levensdoel? Alsof ze zojuist hoorden dat Sinterklaas niet bestaat. Alsof die grote sterke broer waar je altijd zo tegenop keek in werkelijkheid slechts een ziekelijk breekbaar mannetje blijkt te zijn. Die weliswaar zijn goede dagen kent, maar niet vandaag.
De Boeing koerst boven de Middellandse Zee noordelijk richting Spanje, als Klaas Jan eens diep zucht en de rug recht. Onverstoorbaar kijkt hij uit het raampje in de wolkenloze verte. “Wie haalt het in zijn hoofd om na 50 doelpunten mijn speelwijze ter discussie te stellen!” mompelt hij binnensmonds. Het is dan inmiddels al enkele dagen in de groep bekend dat trainer Henk ten Cate via de pers heeft laten doorschemeren dat hij Huntelaar wel eens zou kunnen slachtofferen ten faveure van zijn oogappel Ryan Babel. Klaas is teveel teamspeler om dat Ryan niet te gunnen, maar stilletjes heeft hij zijn strijdplan al voorbereid. Er volgen nog enkele trainingen voordat FC Utrecht naar Amsterdam komt.
Klaas Jan is stil en hoort de stewardess niet eens, als ze vraagt of hij nog wat te drinken wil. Zijn gedachten dwalen af naar Heerenveen, naar Foppe. In die beschermde Friese omgeving leek alles te lukken. Elke wedstrijd was een feest. Het onuitputtelijke vertrouwen van de trainer een warme deken. Hoe goed kun je je voelen! Hij sluit zijn ogen en laat nog eens wat doelpunten aan zich voorbijtrekken. Eindeloos. Altijd. Overal. Ook in Amsterdam. De mooiste: de omhaal tegen Roda voor de beker. De indrukwekkendste: de kopbal tegen Inter in de Champions League. Het liefst ziet hij volgende week Bremen al naar Amsterdam komen. Hongerig naar nog meer internationale erkenning. Adel verplicht. Prijzen ook.
Intussen vraagt voetbalminnend Nederland zich af hoe Ajax komend weekend uit de startblokken zal komen. Kaapstad was een mooie trip, maar werd door de oefenwedstrijd een maffe missie. Ten Cate had goed naar Smiley Fontein geluisterd en stelde zich zowaar kwetsbaar op. De nederlaag mocht hém aangerekend worden! Het moet niet gekker worden. Ten Cate blijft ruziemaken met zijn spelers en ik probeer er eentje te vinden die onder zijn leiding beter is gaan voetballen. Emanuelson niet. Vermaelen niet. Maduro zeker niet. Rosales evenmin. Sneijder maar heel even en Huntelaar al helemaal niet. Eigenlijk alleen (bij vlagen) Ryan Babel, Heitinga en Grygera. Stam was en is altijd wel minimaal een 6. De rest hobbelt mee en geeft te vaak niet thuis.
Ik zou me als trainer grote zorgen maken. Ik zou zeker geen ruzie maken met mijn in potentie beste spits. Huntelaar gaf aan dat hij vertrouwen nodig heeft. Een schouderklopje en zalvende woorden als doping voor een jongen van de koude grond. De harde hand werkt averechts, zo liet hij weten. Welke jonge voetballer kan er tegenwoordig nog tegen een schop onder de kont? Zeker als deze misschien wel onterecht is. De welvaart van de laatste 20 jaar hebben de jeugd minder weerbaar gemaakt. De gezinnen werden kleiner. Meer aandacht voor elk kind. Iemand met een luide stem komt meestal uit een groot gezin. Je moest je laten gelden. Doorzetten. Vechten.
De huidige trainers zijn nog groot geworden met een harde aanpak. Wat nou sportpsycholoog? Werken! Knokken voor een beter bestaan. Overleven. Dat alles is niet meer van deze tijd. De jonge voetballer zweeft zorgeloos op een fluwelen kussen richting volwassenheid. Als een vogel zo vrij. Geen stenen op de weg. Rimpelloos de toekomst. Is zichtbaar van de kook als hij publiekelijk aan de schandpaal gaat. Een trainer kan dan kiezen: volharden in zijn harde hand of toch maar de arm om de schouder. Van buitenaf lijkt Ryan Babel bij Ten Cate het alleenrecht te hebben voor zo’n behandeling.
En daar is het sluimerende gevaar: een mokkende Huntelaar maakt wellicht meer kapot dan hem lief is en zou een olievlek in het kabbelende beekje genaamd Ajax kunnen worden. Er zat hem nog niet zo heel veel tegen in zijn volwassen voetballeven. Zeker, het kanon haperde wel eens, maar altijd was er het rotsvaste vertrouwen van bovenaf. Die rots brokkelt nu langzaam af.
Zijn revanchegedachten groeien met het uur. Met Schiphol bijna in zicht, wil Klaas Jan strijdvaardig op de grond spugen, zoals ontelbare malen in het veld. Net op tijd bedenkt hij zich. De ArenA op dat moment enkele honderden meters toevallig precies onder hem. Was het maar al zondagmiddag! Hij wil zó graag het ongelijk van zijn trainer bewijzen. Het arme FC Utrecht als schietschijf voor de gekwetste ziel. Verkeerd geprikkeld, of tóch juist niet? Het kan niet anders dan een boeiende wedstrijd worden, zondag. The Hunter heeft zijn hand al op de holster. Hij moet alleen nog even worden opgesteld.
Ron Schiltmans