Wesley is weg


Die zijn we gewoon kwijt. Mocht Sneijder nog getwijfeld hebben of hij zijn contract bij Ajax zou verlengen, dan weet hij het nu absoluut zeker: wegwezen. De kleine technicus met het soms veel te korte lontje hield zich bij zijn wissel in de wedstrijd NEC-Ajax opvallend knap in, toen hij aan de zijlijn zowat werd onder gespuugd door zijn bijna hysterische coach. Zeker, het was bijzonder dom balverlies, zo vlak voor de eigen zestien met twee tegenstanders vóór je. Maar om dan zó voor een vol stadion voor schut gezet te worden gaat mij veel te ver. Dat verdient Wesley niet. Sneijder hoort al maanden dat de mooiste clubs van Europa interesse in hem hebben. Als je dan twijfelt of je wel of niet moet gaan, dan kan zo’n voorval als in Nijmegen nét de doorslag geven. Ik vond zijn reactie te rustig. Verdacht kalm. Volgens mij liep hij richting dug-out een knoopje door te hakken. Jammer. Ik heb al eerder gezegd dat ik hem graag nog een seizoen als aanvoerder had gezien. Daar lijkt het nu helaas te laat voor.

De manier waarop Ten Cate bij de wissel tekeer ging, legde één ding pijnlijk duidelijk bloot: Henk weet het niet meer. Zwaaiend met zijn armen leek hij duidelijk te willen maken: “Het ligt niet aan mij!” Een teken van onmacht. Een teken aan de wand. Nu was ik één van de grote voorstanders van de komst van Ten Cate. Beginnend coach Danny Blind kwam op mij bijzonder onzeker over en liet Ajax vaak voetballen als een steriele Duitse middenmoter. Niet om aan te zien. We mogen na een half jaar Ten Cate constateren dat het niet alleen aan Blind gelegen heeft. Er ligt iets over Ajax heen wat de club al jaren lijkt te verlammen. Als smog over een metropool. De zon schijnt niet door te kunnen breken. Hoe zeer elke trainer ook zijn best doet, het lijkt niet te mogen lukken. Bijzonder frustrerend voor elke coach.
De fans zijn de jarenlange middelmaat inmiddels spuugzat. Niks geduldig publiek: lege plekken in de ArenA bij Ajax-Roda. Supporters worden bij Ajax nou eenmaal zelden serieus genomen, dus blijven ze maar weg. Ondertussen groeien de verlanglijstjes met nieuwe spelers gestaag. Sinds maandag is de transfermarkt weer open en door de slechte resultaten duiken vele namen op in het geruchtencircuit. De speler die daar zelf aan mee leek te doen was Nwankwo Kanu. Als Martin van Geel op internet ook maar een beetje om zich heen zou surfen, dan wist hij dat hij met het aantrekken van Ajax-legende Kanu zich geen buil kan vallen.

Negentig procent van internettend Ajax staat te trappelen om deze held weer in de armen te sluiten. Misschien dat Martin het toch zou overwegen, nu ook AZ-coach Louis van Gaal zijn belangstelling openbaar heeft gemaakt. Gisteren ontkende Kanu echter alles, misschien ook wel weer ingefluisterd door zijn zaakwaarnemer. Hij wil nu zelfs bijtekenen in Portsmouth. Het was ook te mooi om waar te zijn.
Inmiddels komen er ongeveer per uur nieuwe geruchten bij. Je wordt er helemaal gek van, want zogenaamd worden vooraanstaande kranten geciteerd. Je ziet door de bomen alleen nog maar bosjes neptransfers. Ook de naam van Rafael van der Vaart gaat rond, diep ongelukkig als hij in Hamburg zou zijn. Ik kan het me niet voorstellen dat Rafael nú al terug wil. Alles is nog te vers. We zijn pas één trainer verder. Van der Vaart kan en zal karakter tonen door na de winterstop de mouwen op te stropen en dit HSV eigenhandig van degradatie weg te houden. Ondanks veel middelmaat om hem heen verwacht ik dat hem dat gaat lukken. Die komt vóór zijn dertigste zeker niet naar Amsterdam terug.

Het voetbaljaar 2006 ging met de 2-2 in Nijmegen rumoerig ten einde. Veel tijd om terug te kijken is er gelukkig niet. Zin nog minder. Er waren meer diepte- dan hoogtepunten. De gewonnen bekerfinale was een hoogtepunt. Evenals het winnen van de play-offs, hoewel dat eigenlijk ook tegelijk een dieptepunt was: we werden immers wéér geen landskampioen. Toch herken je de echte Ajacied aan de altijd aanwezige hoop op betere tijden. Die hoop wordt nu geprojecteerd op Leonardo en misschien op nog wat andere namen. Of tussen die namen ook die van Wesley Sneijder zal staan is nog de vraag, hoewel ik niet verwacht dat Sneijder al in de winterstop vertrekt. Maar daarna is het volgens mij echt einde oefening.

Veel zullen we ons van 2006 over pakweg vijf jaar niet meer herinneren. Het WK zeker niet. 2006 had het jaar van Sneijder kúnnen worden, maar bij Ajax ging er weer teveel mis en bij Oranje stond hij in Duitsland op een plek die alleen Van Basten kon verzinnen. Afgelopen vrijdag zag ik datzelfde WK nog eens in prachtige samenvatting langskomen. De verrassende Duitsers, de slimme Italianen, een onbegrijpelijke Zidane en het schandalige slagveld Nederland – Portugal. Helaas werden de haarscherpe beelden regelmatig onderbroken door het irritante commentaar van twee zwervers, die in een verlaten bioscoop naar dezelfde samenvatting zaten te kijken. Ze waren waarschijnlijk ongezien binnengekomen, op zoek naar een droge slaapplaats voor de nacht. Je zou toch verwachten dat een beetje bioscoop goed beveiligd is, maar er stond blijkbaar toch weer gewoon een raam open. De twee ongeschoren clochards bleken Hugo Borst en Johan Derksen te zijn. Ooit waren ze collega’s bij Voetbal International.

Het “ik-mag-je-gehalte” tussen deze voetbaljournalisten is zo gigantisch hoog dat het klef begint te worden. Ze spreken elkaar zelden tegen en dat levert nauwelijks boeiende televisie op, zo bleek ook tijdens Voetbal Insite afgelopen maandag, waar Hugo te gast was. Dan zap je al gauw een zender lager om in het Engelse Purfleet te belanden. Dan wint een WK-finale darts het zelfs van een voetbal praatprogramma. Aan het eind van de terugblik op het WK-voetbal kon Johan Derksen het vrijdag niet treffender zeggen: “Ik weet niet of dit wel leuk is.” Daarmee bedoelde hij de manier waarop beide zelfbenoemde kenners de beelden van commentaar hadden voorzien. Zelfkennis bij ‘s lands grootste zelfingenomen Van Basten-criticus annex voetbalzeur is als een jarenlang voornamelijk middelmatig Ajax: het went nooit.

Ron Schiltmans