Er zijn dingen waar ik me nooit op verheug. Mijn eigen verjaardag mag wat mij betreft jaarlijks overgeslagen worden. Gordijnen dicht, rolluik naar beneden en de bel af. Nooit zin in al die aandacht en dat wordt elk jaar erger. Een tandartsafspraak verzet ik moeiteloos twee of drie keer. Altijd heb ik wel weer een of ander simpel smoesje. Te druk, file, koortslip, ‘ben net wéér aangereden door een vuilniswagen!’ Hij pikt het telkens opnieuw. In gedachten zie ik hem satanisch glimlachend zijn irritante haakjes, messen, zeis en hakbijlen geduldig slijpen. Nee, verjaardagen, tandartsbezoek en de jaarlijkse onthulling van Ajax’ nieuwe thuisshirt, het zou verboden moeten worden.
Dit jaar deed het meer pijn dan ooit. Vooraf was er namelijk de hoop dat adidas zijn oerlelijke strepen weer weg zou laten. Niet uit respect voor het historische shirt, zo naïef en romantisch denk ik allang niet meer. Maar door zwaar tegenvallende verkoopcijfers, zo was de hoop en verwachting. Wie in en om de ArenA goed om zich heen kijkt, ziet dat de streeploze shirts nog steeds in de meerderheid zijn. Er zijn gelukkig nog genoeg Ajacieden, die de witte mouwen even belangrijk vinden als de rode baan. Met rode strepen is dit gewoon geen Ajaxshirt. Ja, voor Ajax Cape Town misschien, maar niet en nooit in Amsterdam.
Er zal over vergaderd zijn, over deze replica van het laatste kampioensshirt, maar dan met strepen. Inspelen op het sentiment waarschijnlijk, met alleen omzet als hoofddoel. Zo simpel is het. Anders kan ik dit shirt niet verklaren. Er is vorige jaar een trend ingezet, die ik nagelbijtend en met rode vlekken in mijn nek gadesla. Elk jaar wordt het traditionele Ajaxshirt een stukje meer onherkenbaar. Ruim (de rode) baan voor de drie strepen! Binnen nu en een jaar of twee verwacht ik ze diagonaal door het midden. Maar alleen op de rug, dus dat valt dan toch mee? Waar zeuren we over? Ik zie de Nederlandse vertegenwoordiger van adidas al driftig meeschrijven. Dat hij daar zélf nooit op gekomen is. Dat zit dit jaar weer goed met zijn bonus, vanuit het hoofdkantoor in Herzogenaurach. Toll!
We staan machteloos, want binnen Ajax staat er niemand op die tegengas geeft. Het is heel misschien ergens ook wel te begrijpen. Je staat ’s morgens voor de spiegel, doet je stropdas recht en kijkt nog elke ochtend met verbazing naar het Ajaxlogo op je maatpak. Je werkt bij Ajax! Dat laat je je door het morrende gepeupel niet afpakken. En het was helemaal niet pijnlijk dat het nieuwe shirt al op internet in de adidas webshop hing, terwijl op dezelfde site even verderop de teller nog vrolijk afliep naar 13 uur zondagmiddag. Spannend! Hoe erg is het dit jaar weer?! Heel erg dus en we wisten het al twee dagen eerder. Er waren al meer mensen angstvallig op zoek gegaan naar het onvermijdelijke.
Ik moet met afgrijzen constateren dat er zelfs Ajaxfans zijn, die de strepen op het thuisshirt accepteren. ‘Het is nou eenmaal zo, daar komen we niet meer onderuit’, las ik ergens. En daar zit ik dus mee. Dat sommige Ajacieden dat inmiddels al als onomkeerbaar zien. Volgend jaar zeggen we: “Ok, die Adidasstrepen en het niet doorlopen van de rode baan, daar komen we niet meer onderuit”. Het jaar daarop: “Ok, die Adidasstrepen, het niet doorlopen van de rode baan en het grote witte adidaslogo op de rug, daar komen we niet meer onderuit”. Vul zelf maar aan. Die Duitsers maken een (fors) bedrag over, leven zich tenenkrommend uit op ons ooit zo prachtige shirt en Ajax pikt het allemaal. We zijn slaaf van de commercie en we moeten over een paar jaar goed kijken om ons shirt van dat van Bayern München te kunnen onderscheiden. Die hebben geen shirttraditie en lijken komend seizoen doodleuk op PSV.
Ondertussen wordt het WK voetbal in Zuid-Afrika vakkundig om zeep geholpen door een ander mislukt product van dezelfde vriendelijke nazaten van Adolf Dassler. De Jabulani, de zwabber- annex stuiterbal laat elke vrije trap en elk afstandschot vrolijk als een rugby-ei hoog over het doel verdwijnen. Schitterend! Voorzetten komen zelden aan en lijken bedoeld voor de ballenjongen aan de overkant. Iedereen klaagt over de bal en ik denk dat je Diego Maradona in dit geval een keer wél moet geloven, als hij zegt dat dit ding niet deugt. Ook Frank de Boer was er ernstig over. Nou kijkt Frons zelden vrolijk, maar nu heeft hij alle reden. We hebben het hier over de man van de fluwelen lange eindpass op Dennis Bergkamp, op het WK van ’98 tegen Argentinië. Ook komend seizoen is deze strandbal weer in de ArenA te bewonderen. Op zeeniveau valt hij reuze mee.
Ron Schiltmans